e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q101p plaats=Valkenburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rechtop rechtop: reg op (Valkenburg) steil [SGV (1914)] III-4-4
rechtstaande oren ezelsoren: eezelsoire (Valkenburg), ezelsoĭre (Valkenburg), fiksoren: fiksouren (Valkenburg), flaporen: flapoĭre (Valkenburg) oor: rechtstaande oren [fikoorkes] [N 10 (1961)] III-1-1
rector rector (lat.): nne rektor (Valkenburg) Een rector, de geestelijk leider van een klooster of gesticht. [N 96D (1989)] III-3-3
reeks, rij rij: rie (Valkenburg) rij [SGV (1914)] III-4-4
reepje overschietend gras (een) baard laten staan: bārt lǭtǝ štōn (Valkenburg) Soms blijft er bij het maaien een reepje gras staan omdat men de slag met de zeis iets te ver neemt. De zegslieden hebben dit verschijnsel zowel door een zelfstandig naamwoord (zoals zwaaibalk of baard) benoemd, als ook door een werkwoordelijke uitdrukking, waarin een dergelijk zelfstandig naamwoord voorkomt (zoals een baard maaien of een baard laten staan), en tenslotte ook door een op zichzelf staand werkwoord of werkwoordelijke uitdrukking (zoals te breed pakken of te wijd grijpen). Al deze opgaven zijn in dit lemma ondergebracht. [N 14, 96] I-3
regen (alg.) regen: réége (Valkenburg) regen in het algemeen [rengel, majem] [N 22 (1963)] III-4-4
regenboog regenboog: regeboag (Valkenburg) regenboog [weerteken] [N 22 (1963)] III-4-4
regenbuitje fiezelbuitje: vieselbeutje (Valkenburg) licht regenbuitje [smeer, bui, stoes, getsbui, bies, zauwke] [N 22 (1963)] III-4-4
regenen (alg.) regenen: regene (Valkenburg) regenen [sausen, majemen] [N 22 (1963)] III-4-4
regenjas regenjas: regejas (Valkenburg, ... ) damesregenmantel [N 23 (1964)] || regenjas [rusjer, ploensent] [N 23 (1964)] III-1-3