e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q101p plaats=Valkenburg

Overzicht

Gevonden: 5178
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
binnenzak binnentas: binnetèsch (Valkenburg) binnenzak van een jas [binnetes] [N 23 (1964)] III-1-3
bioscoop bioscoop: Karte 240.  bioscoop (Valkenburg), cinema: Karte 240.  cinema (Valkenburg), film: Karte 240.  film (Valkenburg) (Ich gehe ins) Kino. III-3-2
biscuitje suikerkindje: soekkerkindsche (Valkenburg, ... ) biscuitje || kolombijntje, naar de vorm van een windelkind III-2-3
bisdom bisdom: e biesdom (Valkenburg) Een bisdom of diocees. [N 96D (1989)] III-3-3
bisschop bisschop: nne biessjop (Valkenburg) Een bisschop [busschop, biskop, bissjep]. [N 96D (1989)] III-3-3
bit gebit: gebēt (Valkenburg) IJzeren mondstuk aan het hoofdstel dat men een paard in de mond, boven de onderkaak legt, en waaraan de teugels bevestigd zijn. De meeste bitten bestaan uit een rechte stang, sommige hebben een beugel in het midden om te voorkomen dat het paard zijn tong op de stang legt. Voor enkele plaatsen (L 270, Q 75, 94, 169, 174 en179) wordt gemeld dat de opgegeven term ook ter aanduiding van het wolfsgebit gebruikt wordt. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 19, 38b, 41; L 35, 45b; monogr.] I-10
bitringen ringen: (enk)  reŋk (Valkenburg) De beide ringen aan het einde van de bitstang. [N 13, 44] I-10
bitstang los gebit: lǫs ˲gǝbīę.t (Valkenburg) De ijzeren stang van het bit dat het paard in zijn mond heeft. De benaming voor dit onderdeel is vaak hetzelfde als die voor het bit in zijn geheel. [N 13, 42] I-10
bivakmuts kousenmuts: kousemutsch (Valkenburg) bivakmuts, nauw om hoofd en hals sluitend wollen muts die alleen een deel van het gezicht onbedekt laat [N 25 (1964)] III-1-3
blaar blaar: blaor (Valkenburg) Blaar: blaasachtige opzetting van de huid (blaar, blein). [N 84 (1981)] III-1-2