e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q101p plaats=Valkenburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
springen springen: springə (Valkenburg) springen [ZND 25 (1937)] III-1-2
springlap weerlap: weerlap (Valkenburg) Lap of stuk zakkenstof onder de buik van een mannelijk schaap gebonden. Hierdoor verhindert men dat de bok kan dekken. [N 19, P 188 add.; monogr.] I-12
sprinkhaan sprinkhaan: sjprinkhaan (Valkenburg, ... ), sprinkhaan (Valkenburg) sprinkhaan [DC 07 (1939)], [SGV (1914)] III-4-2
sproeten sproetelen: schproitele (Valkenburg), sjprootele (Valkenburg, ... ), sproewtels (Valkenburg) sproet(en) [SGV (1914)] || sproet, sproeten [sproewtels] [N 10 (1961)] III-1-1
sprokkelen bijeenrapen: bie einrape (Valkenburg), zomeren: zeumere ? (Valkenburg) sprokkelen [SGV (1914)] || Sprokkelen: gevallen, dor hout zoeken (sprokkelen, stekkeren). [N 84 (1981)] III-1-2
spruiten brabantse spruiten: Braobantse schproete (Valkenburg) Brusselse spruitkool III-2-3
spruiten, uitbotten spruiten: sjprōēte (Valkenburg, ... ) Uitlopers krijgen, loten vormen, gezegd van planten, bomen (spruiten, uitbotten). [N 82 (1981)] III-4-3
spruitkool, spruitje brabantse spruiten: braobantse schproete (Valkenburg), spruiten: sjproete (Valkenburg) Brusselse spruitkool || spruiten [SGV (1914)] I-7
spruitpot ketel: kētǝl (Valkenburg) Pot waarin men koren kookt, zodat het gaat zwellen. Vervolgens voert men dit aan beesten met name aan het paard. [N 18, 129] I-11
spruw brand: brand ? (Valkenburg) spruw [SGV (1914)] III-1-2