e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q101p plaats=Valkenburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wilgensoorten belwijde: belwie (Valkenburg), belwīe (Valkenburg), (kelt.; beljo, boom)  belwie (Valkenburg), zaalwijde: salix cinerea (ohgd. salaha; mhgd. sahle), tautologie van saal = wilg en weide = wilg  zaalwie (Valkenburg), zn.  zaalwie (Valkenburg) grauwe wilgheester || hoogstammige rode wilg || hoogstammige wilg [DC 13 (1945)] || hoogstammige, rode wilg III-4-3
wilgenteen vits: witsch (Valkenburg), wĭets (Valkenburg, ... ) De tak, wijg van een wilg (wis, poot, sliet). [N 82 (1981)] || wis, wilgenteen III-4-3
willen willen: wille (Valkenburg) willen [SGV (1914)] III-1-4
wimper plimp: plump (Valkenburg), wimper: wumpër (Valkenburg) wimper [DC 01 (1931)] III-1-1
wind poep: pōēp (Valkenburg), poepje: pūūpke (Valkenburg), scheet: sjeet (Valkenburg) Wind: ontsnappende darmgassen, een buikwind (scheet, veest, poepje, wind). [N 84 (1981)] III-1-1
wind (alg.) wind: wind (Valkenburg) wind [SGV (1914)] III-4-4
winddroog winddroog: went˱drø̄ǝx (Valkenburg) Gezegd van metselstenen die aan de oppervlakte droog en inwendig nat zijn. Zie ook de toelichting bij het lemma 'Metselstenen bevochtigen'. [N 31, 13b] II-9
winderig weer waaierig (weer): weierig wèr (Valkenburg), wejjerig (Valkenburg) winderig [SGV (1914)] || winderig weer [zuchtig] [N 22 (1963)] III-4-4
windstilte windstil (weer): wintsjtil (Valkenburg) windstil, zonder wind, gezegd van het weer [blak, stil] [N 81 (1980)] III-4-4
windzuiger windhapper: wenthapǝr (Valkenburg), windschepper: wentšøpǝr (Valkenburg), windzuiker: went˲zukǝr (Valkenburg) Paard dat zich bijv. op de rand van een deur of voerbak vastklemt en met een klokkend geluid lucht naar binnen zuigt, die in de plaats van in de longen in de maag terechtkomt. Door te veel lucht in de maag kan het koliek (zie het lemma ''buikkrampen'' (7.4)) krijgen. [JG 1a, 1b; N 8, 62q, 84f en 85; A 48A, 41b en 41c] I-9