e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q101p plaats=Valkenburg

Overzicht

Gevonden: 5178
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
donkere metten duistere metten: duuster mette (Valkenburg) De donkere Metten op wo./do./vr. in de Goede Week [duustere Mette]. [N 96C (1989)] III-3-3
dons, nestveren duivelshaar: duuvelshaor (Valkenburg, ... ) dons v jonge vogels || het haar van jonge vogels die nog geen veren hebben (stapveren, duivelshaar, paddehaar) [N 83 (1981)] III-4-1
dood (bn.) dood: doid (Valkenburg, ... ), doit (Valkenburg), dood (Valkenburg), doàd (Valkenburg), dôôt (Valkenburg) dood [SGV (1914)] || dood (bijv.) [DC 03 (1934)] || dood; ¯t kindje was - eer (dat) ze ¯t konden dopen [RND] III-2-2
dood (zn.) dood: doad (Valkenburg) de toestand die intreedt bij het eindigen van het leven [dood, overlijden, versterf, verscheiden, einde] [N 86 (1981)] III-2-2
doodskist doodskist: doadskies (Valkenburg, ... ), doidskis (Valkenburg, ... ), doodskiest (Valkenburg, ... ), zerk: zerk (Valkenburg, ... ), zerrek (Valkenburg, ... ) de doodskist [N 96D (1989)] || De doodskist. [N 96D (1989)] || doodskist; hoe noemt men het houten voorwerp, waarin de dode in het graf wordt gelegd [DC 23 (1953)] || Hoe noemt men het houten voorwerp, waarin de dode in het graf wordt gelegd? [DC 23 (1953)] III-2-2, III-3-3
doodskleed doodshemd: doidshumme (Valkenburg, ... ), doodshumme (Valkenburg), doodskleed: doədskleid (Valkenburg), Van goedkope zijde, met kruis erin geborduurd.  doədskleid (Valkenburg), gewaad, papieren -: papieren gewaad (Valkenburg), lijkendoek: liekendook (Valkenburg) bekleding van de overledene, wanneer hij in de doodkist wordt gelegd (thans inventarisatie; betekenis/uitspraak [N 23 (1964)] || bekleding van de overledene, wanneer hij in de doodkist wordt gelegd (vroeger inventarisatie; betekenis/uitspraak [N 23 (1964)] || doodskleed; hoe noemt men het doodskleed (hinnekleed, reekleed, regenkleed, enz.)? Moet dit kleed aan bepaalde voorwaarden voldoen? [VC 03 (1937)] || kleding waarmee overledene wordt bekleed [N 23 (1964)] III-2-2
doodsklok doodsklok: doadsklok (Valkenburg, ... ) De klok die geluid wordt na het overlijden en/of bij de begrafenis van iemand [dôdsklok, dódsklok, dödsklok, doeëdsklok?]. [N 96A (1989)] || Het luiden voor iemand die pas gestorven is, een overledene overluiden [t loet tsóm doeëd, de doodsklok luiden, iemand ovverluuje?]. [N 96A (1989)] III-3-3
doodzonde doodzonde: doadzung (Valkenburg) Doodzonde, dodelijke zonde [doeëdzund]. [N 96D (1989)] III-3-3
doof doof: douf (Valkenburg) doof [SGV (1914)] III-1-1
doofpot amerenpot: aomberepot (Valkenburg), blusketel: bluskèètel (Valkenburg), hoeierpot: hoeijerpot (Valkenburg) doofpot || lollepot, bekken met glimmende kolen || pot, gegoten, van ijzer, waarin men het houtskool koud laat worden (aomerepot, kriekepot, smoorpot) [N 20 (zj)] III-2-1