e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Valkenburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
halve maan, eerste kwartier eerste kwartier: èirsjtə kərteer (Valkenburg), halve maan: howf maon (Valkenburg) schijngestalte van de maan: eerste kwartier, halve maan [wassende maan, wassenaar] [N 81 (1980)] III-4-4
halve maan, laatste kwartier laatste kwartier: letstə kərteer (Valkenburg) schijngestalte van de maan: laatste kwartier [afnemende, donkere maan] [N 81 (1980)] III-4-4
halve steen halve steen: hǫwvǝ štęjn (Valkenburg) Een in de breedterichting doormidden geslagen metselsteen of een baksteen van dit formaat die machinaal is vervaardigd. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛdrieklezoorɛ.' [N 31, 19a; monogr.] II-8
halve stuiver oortje: eurtsche (Valkenburg) halve stuiver, een 2 1/2 centstuk [lap, sjoe, groot, flapsent, bokkestuiver, grote cent, plak, bots, vierduitstuk?] [N 21 (1963)] III-3-1
ham, hesp schink: schink (Valkenburg), sjink (Valkenburg) ham [SGV (1914)] III-2-3
hamer van de klepklok tumphamer: tumphamer (Valkenburg) De hamer van een klepklok [trumphamer?]. [N 96A (1989)] III-3-3
hand hand: hand (Valkenburg, ... ), heng (Valkenburg), hêng (Valkenburg) [N 10 (1961)]hand [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] || handen [SGV (1914)] III-1-1
handeg [eg]: [eg] (Valkenburg  [(driehoekig)]  ) De termen die in dit lemma bijeen zijn gezet, konden worden geduid als benamingen voor de kleine houten eg die door een persoon wordt voortgetrokken bij de bewerking van een klein perceel of de moestuin. Voor zulk werk kon ook één van de velden van een meerdelige eg worden gebruikt. Voor ''eg'' en ''eg'' zie het lemma ''eg''.' [N 15, 4 add.; N J, 10; A 13, 16b; div.] I-2
handen (kindernamen) knoeveltjes: knūūvelkes (Valkenburg), polletjes: poelekes (Valkenburg) hand: kinderwoorden (pol, polleke, poeleke] [N 10 (1961)] III-1-1
handen (spotnamen) fikken: fieke (Valkenburg, ... ), jatten: jatte (Valkenburg, ... ), klauwen: klauwe (Valkenburg, ... ), lafioten: laffioite (Valkenburg) [N 10 (1961)] III-1-1