e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Valkenburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
herdershond herdershond: hęrdǝrshǫnt (Valkenburg), schaapshond: šǭpshōnt (Valkenburg), schepershond: šīǝpǝrshōnt (Valkenburg) Hond van verschillend ras die door de herder wordt gebruikt ter bewaking van de schaapskudde. [N 7, 68; N 78, 21a; L 6, 30; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
herdersschopje herdersschupje: hɛrdǝrsšø̜pkǝ (Valkenburg) Schop, stok of staf waarmee de herder zand of steentjes naar de schapen werpt om ze in het gelid te houden. [N 18, 11; N 78, 10a; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
herfst, najaar najaar: noajoar (Valkenburg) herfst (bamis(tijd), natijd, uitgang) [DC 39 (1965)] III-4-4
herfsttijloos koekoekenei: -  koekoeke ei (Valkenburg), colchium autumnale, die in het voorjaar pas verschijnt  koekoeke ei (Valkenburg), zaaddoos  koekoeke-ei (Valkenburg) herfsttijloos || herfsttijloos, zaaddoos van || zaaddoos der herfsttijloos III-4-3
herik zemp: tsɛmp (Valkenburg), zęmp (Valkenburg), -  zemp (Valkenburg), sinapis arvensis  zemp (Valkenburg) herik (Sinapis arvensis) [DC 17 (1949)] || herik, gele kiek || Sinapis arvensis L. Zeer algemeen voorkomend onkruid op bouwland en in open bermen met goudgele bijeenstaande bloempjes en zaden in de vorm van zeer dunne opstaande boontjes. Het bloeit van mei tot september. De lengte varieert van 30 tot 80 cm. Het is ook bekend onder de oude naam krodde of wilde mosterd. Dit onkruid wordt vaak verward met knopherik (Raphanus raphanistrum L.), waar het sterk op lijkt. Knopherik komt meer voor op zandige akkers en bermen, terwijl de zaden groter zijn evenals de bloempjes, waarvan de kleur kan variëren van wit tot donkergeel en paars. Het bloeit van juli tot augustus en wordt 20 tot 60 cm hoog. Bij de opgaven wordt door een aantal informanten op dit verschil gewezen. Melm is droge akkergrond. Zie Goossens 1964; 1970 en 1988, 95-108. [N C, 2; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 17, 12; A 43, 12; monogr.] I-5, III-4-3
herkauwen herkauwen: hɛrkau̯wǝn (Valkenburg), irgelen: ergǝlǝ (Valkenburg), nirgelen: nergǝlǝ (Valkenburg), nirken: nerǝkǝ (Valkenburg), sabbelen: zabǝlǝ (Valkenburg) Het eerst niet of nauwelijks gekauwde, in de voormaag gedeeltelijk verteerde voedsel opnieuw verwerken. Zie afbeelding 7. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 4, 13; L 14, 26; L 14, 88; L 20, 13; S 13; monogr.] I-11
hermelijn fret: fret (Valkenburg), hermelijn: hermelien (Valkenburg, ... ), wezel: wezel (Valkenburg) hermelijn [DC 07 (1939)] III-4-2
hersenen hersens: hersjes (Valkenburg) hersenen [SGV (1914)] III-1-1
het angelus luiden angelusklepje: angelesklepke (Valkenburg), luiden: t loewt (Valkenburg) Het angelus luiden aan het begin van de avond [het luidt......?] [de koster luidt......?]. [N 96A (1989)] || Het angelus luiden in de ochtend [de morgenklok?] [het luidt......?]. [N 96A (1989)] III-3-3
het doopwater wijden op paaszaterdag doopwaterwijding: duipwaterwiejing (Valkenburg), nieuw wijwater halen: nuuj wiewater haole (Valkenburg) Het gebruik om op Paaszaterdag het doopwater te wijden en wijwater te halen. [N 96C (1989)] III-3-3