23583 |
meerstemmige mis |
meerstemmige mis:
mièsjtömmige mès (Q101p Valkenburg),
muziekmis:
meziekmès (Q101p Valkenburg)
|
Een meerstemmige mis, muziekmis. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21273 |
meester |
meester:
meister (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg),
mɛistər (Q101p Valkenburg)
|
(school)meester [RND] || meester [SGV (1914)] || onderwijzer; Hoe werd voor de 2e Wereldoorlog een onderwijzer van de lagere school genoemd? [DC 48 (1973)]
III-3-1
|
22496 |
meetje steken |
litsen:
Hgd. Litze: streep. (Akensch: lötsche.)
litsche (Q101p Valkenburg)
|
Met centen naar een op den grond getrokken streep mikken.
III-3-2
|
28868 |
meetlint |
centimeter:
sɛntimē̜tǝr (Q101p Valkenburg)
|
Een oprolbaar ± 150 cm lang meetlint, vervaardigd van linnen en inwendig van koperdraad voorzien om het rekken of krimpen tegen te gaan (Gerritse, pag. 21). Zie afb. 2. [N 59, 2; N 62, 69]
II-7
|
22452 |
meiboom |
meiden:
Versierde dennenboom op Meiavond door de dorpsjonkheid geplant, bij welke gelegenheid de meileefstes worden afgeroepen. Buiten Zuidlimburg vindt men dit gebruik in Rijnland en Lotharingen. De meiboomplanting, waarschijnlijk survivance van den heidenschen boomencultus. De Romeinen vierden hunne floralieen de drie laatste Aprildagen, en de eerste Mei was een der belangrijkste feestdagen.
meidèn (Q101p Valkenburg)
|
Meiboom.
III-3-2
|
33337 |
meid, dienstmeid |
maagd:
māt (Q101p Valkenburg),
māx (Q101p Valkenburg)
|
Meid is een noordelijke vorm, een samentrekking uit maged, maagd. Kok en keukense slaan op de keukenmeid. Dienstbode is een expansie uit de (Noord-)Nederlandse standaardtaal. [L 1, a-m; L 1u, 156; L 38, 10; RND 118; R 12, 30; S 6 en 23; Wi 6; monogr.]
I-6
|
24582 |
meidoorn |
heggendoorn:
heggedeu’n (Q101p Valkenburg),
-
heggedoorn (Q101p Valkenburg),
meidoorn:
-
meidoo:rn (Q101p Valkenburg)
|
haagdoorn [SGV (1914)] || meidoorn [DC 13 (1945)]
III-4-3
|
24331 |
meikever |
meikever:
meikever (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg)
|
Hoe noemt u de meikever: een soort kever, 24-30mm lang; met dekschild, de poten en sprieten zijn bruinrood, de kop en het borststuk zwart met op de onderzijde een dichte witte beharing; de buiksegmenten zijn zwart met aan elke zijde een opvallende, helwit [N 83 (1981)] || meikever [Roukens 03 (1937)], [SGV (1914)] || meikever, algemeen [DC 18 (1950)]
III-4-2
|
21699 |
meineed |
valse eed:
nne valsje eid doon (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg)
|
een valse eed, meineed [N 96D (1989)]
III-3-1
|
20309 |
meisje |
meidje:
metche (Q101p Valkenburg),
mädsje (Q101p Valkenburg),
mètsjə (Q101p Valkenburg),
mèèdsje (Q101p Valkenburg),
mêdsche (Q101p Valkenburg),
mêdsje (Q101p Valkenburg),
mar.: resp. gebruikt spelling uit de (bijgevoegde) brochure: "Phonetische schrijfwijze van het Valkenburgsch plat en gelijkluidende dialecten". Omspelling komt voor mijn rekening
mèdsjə (Q101p Valkenburg)
|
meisje [SGV (1914)], [ZND 11 (1925)] || meisje; (Zijn er verschillende namen voor kinderen van verschillende leeftijden?) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|