18909 |
nauwgezet; nauwgezet persoon |
secuur:
héé ĭĕ(s) səkūūr (Q101p Valkenburg),
sekuur (Q101p Valkenburg)
|
Hij is op zijn punt - sekuur (a.gezegd v.e. persoon; b.v.e. werk) [RND] || met zorg en aandacht te werk gaand, niet slordig of oppervlakkig [consciëntieus, secuur, precies, weiger] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17766 |
navel |
navel:
navel (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg),
navël (Q101p Valkenburg)
|
navel [DC 02 (1932)] || Navel: het litteken van de navelstreng midden op de buik (nakker, nagel, navel). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
20282 |
navelbandje |
navelbandje:
navelbendschje (Q101p Valkenburg)
|
navelbandje [nagelbendje] [N 25 (1964)]
III-2-2
|
25747 |
nawort |
tweede aftreksel:
twijǝdǝ ātręksǝl (Q101p Valkenburg)
|
De vloeistof die de tweede keer uit het beslag gewonnen wordt. [N 35, 47; N 35, 40]
II-2
|
20361 |
neef |
cousin (fr./du.):
cf. VD s.v. "I kozijn"(neef cf. VD F-N s.v. "cousin, -ine"(neef, nicht cf. VD D-N s.v. "Cousin"; dit woord wordt ook gebruikt voor achterneef
cousing (Q101p Valkenburg),
neef:
nef (Q101p Valkenburg),
nèèf (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg),
neen
nêf (Q101p Valkenburg)
|
neef; Bestaan er verschillende woorden voor de verschillende soorten van neven (kinderen van ooms en tantes, kinderen van broers en zusters, achterneven?) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
24347 |
neet, luizenei |
neet:
neet (Q101p Valkenburg),
eigen spellingsysteem
nīēt (Q101p Valkenburg)
|
neet [SGV (1914)] || neet, luizenei [N 26 (1964)]
III-4-2
|
30233 |
negblokken |
aanzetstenen:
ānzatštęjn (Q101p Valkenburg)
|
Bergstenen blokken die in het metselwerk worden aangebracht ter verlevendiging van venster- en ingangsneggen. Zie ook afb. 52. Volgens de invuller uit Q 121c konden de negblokken uit mergel, kunststeen of hardsteen vervaardigd zijn. [N 32, 12a]
II-9
|
18042 |
negenoog |
negenoger:
neugenuiger (Q101p Valkenburg),
negenoog:
neugenoug (Q101p Valkenburg)
|
negenoog, bloedzweer [SGV (1914)] || Negenoog: kwaadaardige steenpuist omgeven door andere steenpuisten die ineen vloeien (negenoog, negenoger, kwader). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
17629 |
nek |
nek:
nak (Q101p Valkenburg),
nek (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg)
|
nek [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
17905 |
nemen, pakken |
nemen:
numme (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg),
pakken:
pakke (Q101p Valkenburg)
|
nemen [SGV (1914)], [ZND 25 (1937)] || pakken [SGV (1914)]
III-1-2
|