23077 |
overige schutterstermen |
stormen:
Kil. stormen: geweldig strijden.
schturme (Q101p Valkenburg)
|
Stormen, spiegelgevecht als volksvermaak door de boerenschutterijen.
III-3-2
|
18553 |
overjas (alg.) |
jas:
jas (Q101p Valkenburg),
overjas:
euverjas (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg),
paletot (fr.):
Ofr. palleteaux.
paltoo (Q101p Valkenburg),
winterjas:
winterjas (Q101p Valkenburg)
|
herenoverjas; inventarisatie huidige uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] || herenoverjas; inventarisatie vero uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] || korte overjas || overjas, lange ~, dik en warm [euverpalto, palzeer, jaager] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
33897 |
overkoot |
(het) pootje (hebben):
pø̄tšǝ (Q101p Valkenburg)
|
Het voorwaarts doorknikken van de koot van het voorbeen van het paard als gevolg van een verstuiking of van een forcering door te hard te trekken. Zie afbeelding 13. [JG 1b; N 8, 73b, 93a, 93b en 95m]
I-9
|
32796 |
overlangs heen en weer eggen |
op en af [eggen]:
ǫp˱ ɛn āf (Q101p Valkenburg)
|
Bedoeld wordt de manier van eggen, waarbij men in de lengterichting werkend, na het keren de volgende egbaan onmiddellijk (soms met een kleine overlapping) laat aansluiten bij de vorige. Voor het werkwoordelijk deel eggen en de weglating daarvan bij de varianten zie men de toelichting bij het lemma ''eggen''. [JG 1a + 1b + 1c + 1d; JG 2c; N 11, 84a; N 11A, 176c + 189c; monogr.]
I-2
|
19484 |
overloop |
overloop:
euverloup (Q101p Valkenburg),
portaal:
pertaol (Q101p Valkenburg),
portaol (Q101p Valkenburg)
|
Hoe noemt u de vloer boven tussen de hoogste trede van de trap en de deuren van de kamers? (overloop, allee, denter) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
18847 |
overmoedig gedrag |
boheits-kramerij:
behejtskrièmerie (Q101p Valkenburg)
|
cranerie [SGV (1914)]
III-1-4
|
33051 |
overmouwen |
kasmouwen:
kasmuu̯ǝ (Q101p Valkenburg)
|
De aflegger, en ook de binder (zie paragraaf 4.6), beschermde zijn armen tegen de stekende en snijdende halmen door er overmouwen overheen te schuiven. Vaak zijn het een paar oude kousen waarvan de teenstukken zijn afgeknipt; vandaar het type strompen: (afgesneden) kousen. [N 15, 54; JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
33560 |
overrijp, beurs |
foeka:
foek (Q101p Valkenburg),
melig:
mèlig (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg)
|
beurs ve vrucht || Te rijp en daardoor droog en korrelig, gezegd van een vrucht (meelachtig, melen, versleten, melig). [N 82 (1981)]
I-7
|
19056 |
overtuigd |
overtuigd:
euvertuugd (Q101p Valkenburg)
|
overtuigd [SGV (1914)]
III-1-4
|
19050 |
overtuigen |
overtuigen:
euvertuge (Q101p Valkenburg)
|
overtuigen [SGV (1914)]
III-1-4
|