32047 |
pen |
ang:
aŋ (Q101p Valkenburg)
|
Bij een pen-en-gatverbinding, het dunne gedeelte dat ontstaat wanneer de zijvlakken aan het uiteinde van één van de stukken hout worden weggezaagd. De dikte van de pen bedraagt gewoonlijk 1/3 van de totale houtdikte. [N 54, 58b; monogr.]
II-12
|
32048 |
pengat |
anglok:
aŋlǫak (Q101p Valkenburg)
|
Bij een pen-en-gatverbinding, het gat waarin de pen wordt gestoken. [N 54, 58c; monogr.]
II-12
|
23995 |
penitentie |
penitentie (<lat.):
penetensje (Q101p Valkenburg)
|
Penitentie. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
20842 |
peper |
peper:
peper (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg),
pèper (Q101p Valkenburg),
pêper (Q101p Valkenburg)
|
peper [DC 03 (1934)]
III-2-3
|
24692 |
peperboompje |
kelderhandje:
daphne mezereum. Heester met paarse bloempjes, die in het voorjaar eer dan de bladeren verschijnen
kelderhenske (Q101p Valkenburg)
|
kellerhals, rode peperboompje
III-4-3
|
17911 |
persen |
persen:
peersje (Q101p Valkenburg)
|
persen [SGV (1914)]
III-1-2
|
33566 |
perzik |
merketon:
volgens sommigen: Marc-Antoine. Koenen: verklarend woordenboek geeft echter mirlicoton, zo ook Kramers & Bonte. Dict. Neerl.-Français
merketon (Q101p Valkenburg),
peers:
peers (Q101p Valkenburg),
(fr. pêche)
peersch (Q101p Valkenburg)
|
dikke gele perzik || perzik [SGV (1914)]
I-7
|
18634 |
pet met brede klep |
pats:
patsch (Q101p Valkenburg)
|
pet met brede klep [loerklak] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18281 |
pet: algemeen |
klak:
klak (Q101p Valkenburg),
muts:
mötsj (Q101p Valkenburg),
pats:
patsch (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg),
patsj (Q101p Valkenburg),
de gewone bekende vorm met klep
patsj (Q101p Valkenburg),
gewone sportpet
patsch (Q101p Valkenburg)
|
Hoe noemt men de pet, die bij het werk gedragen wordt? Welken vorm heeft deze? Indien geen pet, maar een muts door de mannen wordt gedragen, hoe noemt men deze dan? Welken vorm heeft ze? [DC 09 (1940)] || pet [SGV (1914)] || pet, hoofddeksel met een klep [kips, patsj, klak, koetsj, paaj, flet, kap, klep, muts, luif] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
20410 |
petekind |
peetdochter:
paetdochter (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg),
peetzoon:
paetzoon (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg),
petekind:
paetekind (Q101p Valkenburg),
t paetekind (Q101p Valkenburg)
|
een peetdochter [N 96D (1989)] || een peetzoon [N 96D (1989)] || een petekind [patekink] [N 96D (1989)]
III-2-2
|