18420 |
pofmouw |
pofmouw:
poefmoew (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg),
pufmuw (Q101p Valkenburg)
|
Mouw met een bolstaande plooi. [N 62, 34b; MW; monogr.] || pofmouw van jurk of blouse [N 23 (1964)] || Welke soorten mouwen kent U (pofmouw, puntmouw etc.?). Beschrijf hoe deze er uit zien [N 62 (1973)]
II-7, III-1-3
|
19418 |
poken |
ragelen:
rōͅxələ (Q101p Valkenburg)
|
poken [SGV (1914)]
III-2-1
|
21437 |
politieagent |
diender:
deender (Q101p Valkenburg)
|
politieagent
III-3-1
|
19482 |
pollepel |
potlepel:
poͅtlēͅəpəl (Q101p Valkenburg)
|
pollepel [ZND 04 (1924)]
III-2-1
|
17657 |
pols |
pols:
pols (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg)
|
pols [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
18292 |
polsmof |
mof:
moef (Q101p Valkenburg),
stuikje:
Mhgd. stûche (=wijde vrouwenmantel). vgl. Van Dale (DN): Stauche, (pols)mof
schtuukske (Q101p Valkenburg)
|
polsmof, kort gebreid kledingstuk ter verwarming van pols en hand [sjtoek, polsmof, handmufke, armmufke, molleke, moefke] [N 23 (1964)] || polsmofje
III-1-3
|
33807 |
pommelee, appelschimmel |
appelschimmel:
apǝlšømǝl (Q101p Valkenburg),
gepenningd:
gepenningd (Q101p Valkenburg),
pommelee:
pomǝlē (Q101p Valkenburg)
|
Paard met ronde, glanzende plekken in de vorm van appels in het haarkleed, van binnen wit en van buiten zwart. De afwisseling van zwarte en witte haren vormt een cirkelvormig patroon, vooral op de schouders en het kruis. [JG 1a, 1b; N 8, 63c, 63d en 63e]
I-9
|
24431 |
pompen van de meikever |
tellen:
tèlle (Q101p Valkenburg)
|
Hoe noemt u het herhaalde malen de vleugels bewegen voordat hij opvliegt, gezegd van een meikever (geld tellen) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
29093 |
pompen, vermaken |
veranderen:
vǝrandǝrǝ (Q101p Valkenburg)
|
Vermaken van kleding. Aangeven van aan te brengen veranderingen in verband met niet goed passen (Meima I, pag. 6). [N 59, 190a; N 62, 21b; MW]
II-7
|
18504 |
pompon van een muts |
floche (fr.):
floes (Q101p Valkenburg),
Fr. floche, flots de rubans.
floes (Q101p Valkenburg)
|
pluim van een muts [floes] [N 25 (1964)] || strik, kwast, bosje lint als versiersel
III-1-3
|