22704 |
bikkelen |
bikkelen:
bikkelen (Q101p Valkenburg)
|
bikkelen [VC 10]
III-3-2
|
17652 |
bil |
achterbats:
axtǝrbats (Q101p Valkenburg),
bats:
bats (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg),
batse (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg)
|
Bil. Ook platte woorden! [DC 01 (1931)] || deel van het lichaam waar de bovenbenen tezamen komen [mik, fliermik] [N 10 (1961)] || Zie afbeelding 2.38. [JG 1b, 1c; N 8, 32.3, 32.9, 32.10 en 32.11]
I-9, III-1-1
|
23131 |
biljartbal |
bille (fr.):
Fr. bille.
bil (Q101p Valkenburg)
|
2. Biljartbal.
III-3-2
|
29408 |
binder |
binder:
beŋǝr/beŋstǝr (Q101p Valkenburg)
|
Degene die achter de maaier of aflegger aankomt en die de door hem gemaakte geleggen tot schoven bindt. Vergelijk ook het lemma ''aflegger'' (4.4.4). Soms is door de zegsman de opgave van de mannelijke vorm aangevuld met de aanduiding van de vaak voorkomende vrouwelijke vorm; waar deze afleiding onregelmatig is, is deze hier ook aangegeven. [N 15, 15c en 26; monogr.]
I-4
|
24550 |
bingelkruid |
schijtkruid:
mercurialis
schietkroed (Q101p Valkenburg)
|
bingelkruid
III-4-3
|
34306 |
binnenbeer |
binnenbeer:
benǝbeǝr (Q101p Valkenburg)
|
Mannelijk varken dat door geslachtelijke afwijking niet als zodanig herkenbaar is. Men noemt een varken een binnenbeer, als het slecht gesneden is of als men het moeilijk kan castreren. Doorgaans is het een mannelijk varken waarbij de teelballen niet zijn ingedaald. [N 19, 10; JG 1a, 1b, 1d; L 37, 49e; monogr.; N 76, 10 add.]
I-12
|
19444 |
binnenplaats |
steenweg:
schteiveg (Q101p Valkenburg)
|
geplaveide binnenplaats
III-2-1
|
18652 |
binnenshuismutsje voor bejaarde mannen |
kalotje (<fr.):
kelötsche (Q101p Valkenburg)
|
mutsje met opstaande wand en platte bovenkant, binnenshuis gedragen door bejaarde mannen {afb} [bonnegrekske, kalotje] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
21820 |
binnensmonds praten |
prevelen:
prevele (Q101p Valkenburg)
|
binnensmonds praten [prevelen, pruttelen, murmelen, rullen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
18225 |
binnenstebuiten |
binnenstebuiten:
binnenste boete (Q101p Valkenburg),
et binneste boete (Q101p Valkenburg)
|
binnenste buiten, gezegd van een kledingstuk [krang(s), averechts, auws] [N 86 (1981)] || krang (t binnenst buiten) [SGV (1914)]
III-1-3
|