21309 |
boerin |
boerin:
buren (Q101p Valkenburg),
dees boerin (Q101p Valkenburg),
die boerin (Q101p Valkenburg)
|
[L 1, a-m; S 6; Wi 18; monogr.]boerin [deze ~ ] [SGV (1914)] || boerin [die ~] [SGV (1914)]
I-6, III-3-1
|
20302 |
boertje |
boertje:
buurke laote (Q101p Valkenburg)
|
boertje doen; als een baby gedronken heeft moet het een boertje doen [DC 47 (1972)]
III-2-2
|
33332 |
boertje, kleine boer |
osseboer:
ǫsǝbūr (Q101p Valkenburg)
|
Keuterboer, bewoner van een kleine boerderij; soms wordt er uitdrukkelijk bij vermeld dat het bedrijf minder dan ongeveer 3 ha telt, of dat de boer niet een volwaardig paard tot zijn beschikking heeft. Voor vatsji (hier met betekenisuitbreiding), zie het lemma "koewachter" (1.3.14). [A 30A, 3c en 3e; monogr.; add. uit Wi 2]
I-6
|
21605 |
boete |
boete:
boette (Q101p Valkenburg)
|
Boete [de boes]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
18209 |
boezeroen |
stoepje:
stupke (Q101p Valkenburg)
|
boezeroen [SGV (1914)]
III-1-3
|
18064 |
bof |
bof:
bof (Q101p Valkenburg)
|
Bof: de ziekte waarbij men een opgezet gezicht krijgt door ontsteking van de oorspeekselklier en zwelling van de lymfevaten (dikoor, smartoor, bof). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
20517 |
bokking |
bokkem:
bökkəm (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg)
|
haring; Hoe noemt U: Een gerookte haring (massisse, bukkem, boesterin, boksharing) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
23164 |
bokstaan bij haasje-over |
te bok staan:
te boek staon (Q101p Valkenburg)
|
Langs handen en schouders laten op klimmen. Bok staan.
III-3-2
|
24705 |
bolderik |
kruk:
-
kruk (Q101p Valkenburg),
agrostemna. ndl. krok is een kleine wikke in het koren, terwijl limb. kruk een hoge plant is met paarse kelk
kruk (Q101p Valkenburg),
krukken:
krøkǝ (Q101p Valkenburg)
|
Agrostemma githago L. Een vroeger vrij algemeen, maar nu zeldzaam voorkomend giftig onkruid op akkers en in korenvelden met een ruwbehaarde kelk en bloemen, die paars of purper (zelden wit) van kleur zijn. Het bloeit in juni en juli en wordt 20 tot 100 cm hoog. [A 60A, 58; monogr.] || bolderik
I-5, III-4-3
|
18410 |
bolhoed: algemeen |
bolhoed:
bolhoot (Q101p Valkenburg)
|
bolhoed [N 25 (1964)]
III-1-3
|