e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Valkenburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zeef van de aardappelsorteermachine, algemeen zeef: zēf (Valkenburg) In dit lemma staan de algemene benamingen voor de zeef in de sorteermachine bijeen. Voor zover er (lexicaal onderscheiden) aparte benamingen zijn voor de specifieke zeven, zijn deze in de drie volgende lemmata verwerkt. Vaak is het meervoud opgegeven: de zeven van de sorteermachine. [N 12, 34d] I-5
zeelt slei: schlei (Valkenburg) zeelt (vis) III-4-2
zeemlap leren lap: lêrelap (Valkenburg) zeem (leder) [SGV (1914)] III-2-1
zeep zeep: ze deit de sjpeul nog altied met greun zeip (Valkenburg), zeip (Valkenburg, ... ) Zeep [ZND 03 (1924)], [ZND 04 (1924)] || Zeep. Ze doet de afwas nog altijd met goede zeep. [DC 35 (1963)] III-1-3
zeepsop loog: zn.  lou (Valkenburg), luter: luuëter (Valkenburg), luèter (Valkenburg, ... ), löeter (Valkenburg) Hoe noemt u de oplossing van zeep en water? (zeepsop, zeepnat) [N 104 (2000)] || loog || zeepsop [SGV (1914)] III-2-1
zeer grote aardappelen bonken: bøŋk (Valkenburg), bǫŋkǝ (Valkenburg), frietaardappelen: fritērapǝlǝ (Valkenburg), klompen: klømp (Valkenburg) Voor de fonetische documentatie van het woord aardappelen, zie het lemma Aardappel. [N 12, 4; JG 1a; monogr.] I-5
zeer kleine aardappelen huiven: hȳvǝ (Valkenburg), kleine aardappelen: klęi̯n ērapǝlǝ (Valkenburg), kriel: kril (Valkenburg), krielaardappelen: krilērapǝl (Valkenburg), varkensaardappelen: vɛrǝkǝsē̜rapǝlǝ (Valkenburg), varkensvoer: vęrkǝsvōr (Valkenburg) Naast de neutrale termen voor kleine aardappeltjes onderscheidt men de kwalitatief zeer goede kleine aardappelen die voor het poten worden gebruikt (vergelijk het lemma Pootgoed, Pootaardappelen) én de kwalitatief slechte, die als veevoeder worden verwerkt. Huiven is de plaatselijke benaming voor "knikkers". De vorm "burel" is te beschouwen als een variant van "budel" waaruit "boel" is ontstaan; zie onder "kleine boel". "Mussekoppen", een leenvertaling van "tête de moineau", betekent eigenlijk een kleine soort kolen, die als brandstof in huis wordt gebruikt. In L 292a werd de zegswijze opgegeven: "Hiej is ein österke verloren," of: "Hiej is ein österke kapot gegange". Het type "österke" staat hier voor "pater-nosterke", de rozenkrans; vergelijk ook de typen "osterkraaltjes" en "rozenkranskrallen". [N 12, 2 en 3; JG 1a; L 43, 8c; monogr.] I-5
zeer warm weer hits: hits (Valkenburg), hèts (Valkenburg) hitte [SGV (1914)] || sterke, overmatige warmte, hoge temperatuur van de lucht [heet, hitte, hitse] [N 81 (1980)] III-4-4
zegen aan het eind van de mis zegen: zaege (Valkenburg) De zegen, de benedictie door de priester gegeven aan het eind van de mis. [N 96B (1989)] III-3-3
zegen met het allerheiligste zegen met het allerheiligste: zaege mèt `t allerhèlligste (Valkenburg) De zegen met het Allerheiligste. [N 96B (1989)] III-3-3