e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Valkenburg

Overzicht

Gevonden: 5178
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
droog blijven overblijven: euvərblievə (Valkenburg), t blijft over]: ⁄t blief euver (Valkenburg), ⁄t helt euver (Valkenburg) droog blijven hoewel er regen dreigt, gezegd van het weer [t weert heen [N 22 (1963)] || droog blijven, gezegd van het weer [overblijven] [N 81 (1980)] III-4-4
droog weer droog: drèuig (Valkenburg), drêûch (Valkenburg) droog [DC 45 (1970)], [RND] III-4-4
droogdoek, theedoek droogdoek: druègdook (Valkenburg), droogdoek  druègdook (Valkenburg), schotelsplag: sjotelsplak (Valkenburg), spoeldoek: speuldoak (Valkenburg) de doek waarmee het afgewassen vaatwerk wordt gedroogd; zijn er verschillende soorten [DC 15 (1947)] || Hoe noemt u de doek waarmee men afdroogt? [N105 (2000)] III-2-1
droogrek kruikenrek: krūkǝręk (Valkenburg), rek: rɛk (Valkenburg), tobbenrek: tǫbǝręk (Valkenburg) Het houten rek buitenshuis waarop men vaten, melkbussen en emmers te drogen legt. [A 15, 25; monogr.] I-11
drop houtkoek: komt maar zelden voor  houtkook (Valkenburg), krissie: krissie (Valkenburg), kristesap: kristəsááp (Valkenburg), hoort men meestal in plaats van houtkook  kristesaap (Valkenburg), lakrits: lakritz (Valkenburg), hoort men meestal in plaats van houtkook  lariks (Valkenburg), ingedikt sap van zoethoutwortel  lakritz (Valkenburg) drop || drop; Hoe noemt U: Ingedikt sap, aftreksel van zoethout, drop (kalissie, drop) [N 80 (1980)] || ingedikt sap van zoethoutwortel III-2-3
dropwater krissiesap: krissiesááp (Valkenburg), krissiewater: krissiewater (Valkenburg), kristesap: kristesaap (Valkenburg) drop bereid uit kalissenhout || Hoe noemt U: Water waarin drop is opgelost (sepnat, kalissewater, kalissesap, poeliepek, kloters) [N 80 (1980)] III-2-3
druilerig en koud weer druilerig (weer): druulerig wèr (Valkenburg), kwakkeltig weer: kweggeltig wêr (Valkenburg), monketig (weer): monketig (wèèr) (Valkenburg), nat (weer): eine nate zomer (Valkenburg, ... ), naat (Valkenburg, ... ), regenachtig (weer): regənechtigh (Valkenburg), waterkoud (weer): watərkowt (Valkenburg) druilerig || druilerig weer [moezerig, monketig] [N 22 (1963)] || nat [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || natte [een ~ zomer] [SGV (1914)] || nattig en koud, gezegd van het weer [kil, killig, waterkoud] [N 81 (1980)] || regenachtig, gezegd van het weer [ruizerig] [N 81 (1980)] || wak weer [SGV (1914)] || zomer [een natte ~ ] [SGV (1914)] III-4-4
druipen van de regen druppen: hê drop van de rêge (Valkenburg), hê dröpde van de rêge (Valkenburg), zijpen: hê zeep van de rêge (Valkenburg), hê ziep van de rêge (Valkenburg), ziepe (Valkenburg) droop hij ~ van den regen [SGV (1914)] || druipen [SGV (1914)] || druipt [hij ~ van den regen] [SGV (1914)] || regen [hij droop van den ~ ] [SGV (1914)] || regen [hij druipt van den ~] [SGV (1914)] III-4-4
druiventros druiventros: droevetròs (Valkenburg) druiventros [SGV (1914)] I-7
druk heen en weer lopen rondredderen: rondriddere (Valkenburg), rondvegen: rondvèège (Valkenburg) lopen: bedrijvig heen en weer lopen [rettereere, rondriddere] [N 10 (1961)] III-1-2