e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q166p plaats=Vechmaal

Overzicht

Gevonden: 1244
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pachtboer pachter: pāxtǝr (Vechmaal) Halfer e.d. vanwege de helft, die de pachter van de oogst kon behouden. [S 27; Wi 2; monogr.; add. uit A 10, 2bI] I-6
pad aanmaaien (gang, baan) maken: mǭ.kǝ (Vechmaal) Zie het voorgaande lemma; hier de werkwoorden en bijvoeglijke naamwoorden. [monogr.; add. uit N 15, 25b] I-4
paddestoel (alg.) champignon: šampəljoŋ (Vechmaal), kaaskop: oneetbaar  kieskøp (Vechmaal) paddestoel [RND] III-4-3
pantoffel slof: sloefe (Vechmaal) Pantoffel. Thuis dragen veel mensen in plaats van schoenen pantoffels of muilen. De eerste hebben wel, de andere geen opstaande achterkant. Hoe noemt men in uw dialect die met een opstaande achterkant? [DC 44 (1969)] III-1-3
paren van de duiven paren: pō:rə (Vechmaal) Paren [van de duiven]. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
pasgeboren kalf versgeboren kalf: vi̯ō.s˱gǝburǝ [kalf] (Vechmaal) [N 3A, 15 en 20; N C, 6; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
pastoor pastoor (<lat.): pəsto:r (Vechmaal), m  de pastoor (Vechmaal), də pəst:r (Vechmaal) pastoor [RND] || Pastoor. [ZND 14 (1926)] III-3-3
patates frites frieten: fritte (Vechmaal) de staafjes aardappel die in vet gebakken en ook wel in zakjes verkocht worden? [DC 46 (1971)] III-2-3
pater pater (lat.): poͅ:ətər (Vechmaal) pater [RND] III-3-3
peetoom peteren: petrə (Vechmaal), pettere (Vechmaal), pɛtrə (Vechmaal) peter (doopvader) [ZND 05 (1924)] III-2-2