20432 |
doodskist |
zerk:
zerk (Q166p Vechmaal)
|
Hoe noemt men het houten voorwerp, waarin de dode in het graf wordt gelegd? [Lk 01 (1953)]
III-3-3
|
34537 |
dooier |
(het) geel:
gil (Q166p Vechmaal),
txiɛ.l (Q166p Vechmaal),
xiel (Q166p Vechmaal)
|
Het geel van het ei. [RND 123; L 1a-m; L 3, 8; L A2, 383; JG 1b, 1c, 2c; monogr.]
I-12
|
20397 |
doopjurkje |
doopmantel:
dupma:ntəl (Q166p Vechmaal)
|
doopkleed [RND]
III-3-3
|
23205 |
doopvont |
doopvont:
dupfunt (Q166p Vechmaal)
|
doopvont [RND]
III-3-3
|
24477 |
doorn, stekel |
doorn:
djy:oͅn (Q166p Vechmaal)
|
doornen [RND]
III-4-3
|
20848 |
dopen |
dopen:
dupə (Q166p Vechmaal, ...
Q166p Vechmaal)
|
doopen (dopen) [RND] || dopen [RND]
III-3-3
|
33521 |
doperwten |
peulerwten:
poəleͅ.rtə (Q166p Vechmaal)
|
[Goossens 1b (1960)]
I-7
|
19991 |
dorpel |
dorpel:
dørpǝl (Q166p Vechmaal)
|
Zie kaart. Horizontale laag natuursteen of bakstenen aan de onderkant van een deurkozijn. Zie ook de lemmata 'Strekkenlaag', 'Staande rollaag', 'Liggende rollaag' en 'Hardsteen'. Met de term 'stofdorpel' wordt doorgaans een extra dorpelstuk aangeduid, dat soms op de onderdorpel van een binnendeurkozijn wordt aangebracht. Zie ook het lemma 'Stofdorpel'. [N 32, 12d; A 43,18; L 5, 72; L 12, 12; L B1, 152; A 45, 31; R 3-46; monogr.; Vld]
II-9
|
33120 |
dorsbed aanleggen |
aanleggen:
ǫnlęgǝ (Q166p Vechmaal)
|
Het aanleggen van de laag schoven op de dorsvloer; zie de toelichting bij het lemma dorsbed, laag schoven op de dorsvloer (6.1.16). Het object van de handeling is steeds het ''dorsbed, de laag schoven op de dorsvloer'' van het vorige lemma. [N 14, 17b; JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
33119 |
dorsbed, laag schoven op de dorsvloer |
bed:
bęt (Q166p Vechmaal)
|
Voordat men begint te dorsen moeten de schoven op de dorsvloer uitgespreid worden. Meestal worden twee lagen schoven, met de koppen (aren) naar elkaar toe gekeerd, in het midden van de dorsvloer, uitgespreid. In dit lemma staan de benamingen van een dergelijke laag schoven bijeen. [N 14, 20; JG 1a, 1b; L 32, 103; monogr.]
I-4
|