e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vechmaal

Overzicht

Gevonden: 1244
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
drijftol houwdop: how dop (Vechmaal), jaagdop: jāxdoͅp (Vechmaal) Drijftol (speeltuig door middel van een zweep door kinderen gedreven). [ZND 16 (1934)] || Hoe noemt men het kinderspeelgoed dat paddestoel- of kegelvormig is en dat met een zweep wordt voortgedreven? [Lk 03 (1953)] III-3-2
drinkbak voor de kippen drinkbak: drē̜ ̞ŋkbák (Vechmaal), dręŋkbak (Vechmaal) De drinkbak voor de kippen in het kippenhok. [A 48, 16c] I-6
drinkglas glas: glōͅ.əs (Vechmaal) drinkglas [RND] III-2-1
droog weer droog: dreug (Vechmaal), drujch (Vechmaal), Algemene opmerking: lijst grotendeels omgespeld volgens IPA!  drøͅjx (Vechmaal) droog [DC 45 (1970)], [RND] III-4-4
droogstaan droog (bijvgl. nmw.): drø̜u̯x (Vechmaal) Geen melk meer geven. [N 3A, 72b; JG 1a, 1b] I-11
druilerig en koud weer vochtig (weer): vaochtig (Vechmaal), vaochtig weer (Vechmaal) kil [ZND 27 (1938)] || kil weer [ZND 27 (1938)] III-4-4
duif (alg.) duif: Pl. [dòuve]  dòuf (Vechmaal) Duif. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
duivenhok duifhuis: dō.fhōͅə.s (Vechmaal), dǫu̯fhǭǝ.s (Vechmaal) Duivenhok. [Goossens 1b (1960)] || Soms vindt men in de nok van de zolder een afgeschotte ruimte voor de duiven, die door een gat in de gevel of in het dak in en uit kunnen vliegen. Hier staan de benamingen voor het duivenhok, ongeacht de vorm van dat hok, bijeen. De termen slag en spijker in dit lemma hebben betrekking op de duivenkooi als geheel. Zie ook het lemma "duivenslag" (3.4.8). In kaart 51 zijn voor Belgisch Limburg alleen de mondeling verzamelde gegevens in kaart gebracht. Zie afbeelding 17. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 10, 9k; L 8, 9a; L 38, 31; S 37; monogr. add. uit N 5A, 58c "til" en JG 2c; A 28, 14c "spijker] I-6, III-3-2
duivenslag val: val (Vechmaal), vàl (Vechmaal) Duivenslag. [Goossens 1b (1960)] || Het platform op het dak of tegen de gevel vóór de toegang tot het duivenhok, waarop de duiven aanvliegen en neerstrijken. Doorgaans is het platform niet meer dan een plank, soms heeft het de vorm van een huisje met een dak. In een enkel geval is de betekenis van de opgegeven term beperkt tot het (getraliede) valdeurtje dat men kan verstellen voor in- en uitvliegen; deze gevallen zijn telkens in het lemma vermeld. In kaart 52 zijn voor Belgisch Limburg alleen de mondeling verzamelde gegevens in kaart gebracht. Zie ook afbeelding 17 bij het lemma "duivenhok" (3.4.7). [JG 1a, 1b, 2c; L 8, 9b; monogr.] I-6, III-3-2
duwen duwen: daoə (Vechmaal) duwen [RND] III-1-2