e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vechmaal

Overzicht

Gevonden: 1244
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
postbode facteur (fr.): faktø͂ͅr (Vechmaal) postbode [RND] III-3-1
postelein postelein: pəslēͅə.n (Vechmaal) [Goossens 1b (1960)] I-7
poten planten: pla.ntǝ (Vechmaal), poten: pǫu̯tǝ (Vechmaal) De kleine steuntjes die zich aan de onderkant van de berries bevinden en waarop het draagvlak van de kruiwagen kan rusten. [N 18, 99, add; JG 1a; JG 1b] || In dit lemma staan de algemene benamingen voor het planten van de pootaardappelen bijeen. [N 12, 10; N 15, 1b en 1c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 20, 1a; A 23, 17d.I; Lu 1, 17d.I; Wi 43; monogr.; add. uit N 12, 15; N M, 18a en 18b] I-13, I-5
pottenbakker pottenbakker: pǫtǝbakǝr (Vechmaal), pǫtǝbɛkǝr (Vechmaal) Ambachtsman die uit klei potten en ander aardewerk vervaardigt. De woordtypen pottenman (Q 95, Q 193) en aardewerker (Q 95) werden in de betreffende plaatsen gebruikt voor een arbeider in een aardewerkfabriek. [L 34, 20; A 45, 34; N 49, 60a; monogr.] II-8
praam praam: prǫu̯m (Vechmaal) Neusknijper om het paard in bedwang te houden. Een praam bestaat uit een houtje met een lus eraan, die rond de bovenlip van het paard wordt gelegd en met het houtje wordt aangedraaid. Er bestaan ook metalen neusknijpers met deze functie (zie o.a. de termen muilijzer, tandijzer en gebitijzer). [JG 1b, 1c, 2c; N 13, 85; N 33, 377 en 380; S 28; monogr.] I-10
predikant: dominee dominee (<lat.): m  dominé (Vechmaal) Protestansch predikant. [ZND 14 (1926)] III-3-3
prei poor: puər (Vechmaal) [Goossens 1b (1960)] I-7
prijzen (mv.) prijzen: pri:s (Vechmaal) prijzen (mv.) [RND] III-3-2
priktol dop: dop (Vechmaal), houwdop: hóͅudoͅp (Vechmaal) Hoe noemt men een dergelijk stuk speelgoed dat in bezeging wordt gebracht met behulp van een touwtje dat er omheen wordt gedraaid? [priktol] [Lk 03 (1953)] || Priktol (= werptol: door middel van een erom gewonden touw werpt men hem draaiend op de grond). [ZND 16 (1934)] III-3-2
pruim oogstpruim: oͅsprōͅmə (Vechmaal) [ZND 10 (1925)] I-7