e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Velden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koeherder koeherd: kuhart (Velden) Zie ook het lemma ''koewachter, veeknecht'' (1.3.14) in wld I.6, blz. 23-25. [N 3A, 12b; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
koeienmaag pens: pɛns (Velden) Bedoeld is hier de koeienmaag in haar geheel. [N 3A, 120; A 9, 11] I-11
koeienstand koestand: kustant (Velden) Dat deel van de stal waar de koeien staan en dat gelegen is tussen de stalpalen en de mestgoot of het mestbed. De koeienstand in moderne stallen is iets hoger dan de mestgoot en mestgang er achter, waardoor voorkomen wordt dat de koeien in de mest en gier staan staan of liggen. Sommige woordtypen betreffen de vloer of het soort vloer waar de koeien op staan. De meervoudsvormen hebben doorgaans betrekking op de dubbele stal waar het telkens om twee koeienstanden gaat, die tegenover elkaar geplaatst zijn. Zie afbeelding 10. [N 5A, 40b; N 4, 79; A 10, 9a en 14; Gwn 4, 7; monogr.] I-6
koekenbreker koekbreker: kōkbręi̯kǝr (Velden), koekenbreker: kōkǝbrē̜kǝr (Velden) Werktuig waarmee men lijnkoeken en dergelijke tot brokjes maalt. [N 18, 135; N J, 7] I-11
koekenpan koekenpan: kokepan (Velden), kookepan (Velden) Platte pan met een steel voor het bakken van pannekoeken, eieren, etc. (koekepan, pan) [N 79 (1979)] || pot, metalen ~ met steelvormig handvat; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
koekje knapkoek: Syst. WBD  knapkook (Velden, ... ), macroon: Syst. WBD  mekrôns (Velden), platsje: Syst. WBD  pletskes (Velden, ... ), sprits: Syst. WBD  spriets (Velden), waterplatsje: Syst. WBD  waterpletske (Velden, ... ), zandkoekje: Syst. WBD  zandkukskes (Velden) Welke benamingen kent u voor koekjes (kaffekoekje, sterreke, waterpletske, peekverjenneke, knapkoek?) Wat zijn de verschillen tussen deze? [N 16 (1962)] III-2-3
koekje dat de veulens bij de geboorte in de mond hebben koek: kōk (Velden) Klein, gelig en sponzig klontje, dat met de ademhaling verband houdt. Het ligt op de tong van de pas geboren veulentjes. Meestal valt het bij de geboorte op de grond tussen het stro, droogt onmiddellijk op en is dan vrijwel onvindbaar. [N 8, 55 en 56] I-9
koekje van overgeschoten deeg stuit: Syst. WBD  stoët (Velden), stuitje: Syst. WBD  stoetjes (Velden) Koekjes van onbepaalde vorm, van overgeschoten deeg gebakken voor kinderen (kreupelkes?) [N 16 (1962)] III-2-3
koekoek koekoek: koekoek (Velden) koekoek (39 zomervogel; roep [koe-koek] [N 09 (1961)] III-4-1
koele wind frisse wind: ⁄ne frisse wind (Velden) koele wind [koeltje] [N 81 (1980)] III-4-4