e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Velden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
krom, met bochten krom: kroom (Velden), kroomp (Velden), kròmp (Velden) afwijkend van een rechte lijn met een of meer bochten [krom, kromp, slom] [N 91 (1982)] || krom [SGV (1914)] || krom (kromp, slom) [DC 35 (1963)] III-4-4
krommen, ombuigen ombuigen: umbuige (Velden) ombuigen [SGV (1914)] III-1-2
kropgat kropgat: kropgat (Velden), steengat: stęjngāt (Velden) Het gat dat zich midden in de loper bevindt en waarin het te malen graan loopt. Kweern in het woordtype kweernoog (l 331) verwijst naar de in die plaats gebruikelijke term voor de handmolen. Zie het lemma ɛhandmolenɛ.' [N O, 18o; A 42A, 35; N D, 8; Sche 53; Vds 129; Jan 128; Coe 93; Grof 119; N O, 18h] II-3
kruias, kruirad wals: wals (Velden) Het wiel of de as onderaan de staart aan de buitenzijde van de molen, waarmee de molen of de molenkap met behulp van kettingen of touwen naar de wind gedraaid wordt. Zie ook afb. 21 en 23. Een aantal woordtypen is een pars pro toto. [N O, 30a; A 42A, 58; monogr.] II-3
kruidwijding onze-lieve-vrouw-kruidwijding: òs levrouw (krōēdwieing) hemelvaart (Velden) O.L. Vrouw Kruidwijding [SGV (1914)] III-3-3
kruidwis kruidwis: de kroetwis (Velden), kroedwis (Velden), kroetwis (Velden, ... ) Hoe heeten de kruiden, die gezegend worden? [SGV (1914)] || kruidwis [N 06 (1960)] III-3-2, III-3-3
kruien kruien: kruien (Velden), kryi̯ǝ (Velden), schurgen: sxørǝgǝ (Velden), sxø̜rǝgǝ (Velden) De molen of molenkap draaien met als doel de wiekenas in de windrichting te plaatsen. [N O, 30i; N O, 30k; A 42A, 56; monogr.] || Een last met de kruiwagen vervoeren. [N 18, 100 add; Wi 33; S 19; L 29, 4; L 1a-m; RND 97; A 42, 13 add + 16 add; monogr.] I-13, II-3
kruiketting, kruitouw kruiketting: kruiketting (Velden) De op de kruias bevestigde ketting waarmee de molen of de molenkap wordt verplaatst. In l 289 en l 377 gebruikte men daartoe geen ketting maar een touw, in l 316 een kabel. [N O, 30b; N O, 30c; N O, 30d; A 42A, 57; monogr.] II-3
kruim kruim: Syst. WBD  kroem (Velden), kruum (Velden) Het zachte binnenste van het brood (kruim?) [N 16 (1962)] III-2-3
kruin kruin: kroen (Velden) kruin van het hoofd [N 10 (1961)] III-1-1