e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Velden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onnozele-kinderendag onnozele-kinderen: onneuzele kienger (Velden), Onneuzele kinder (Velden), onnozele kienger (Velden) Onnozole kinderen [allerkindere]. [N 06 (1960)] III-3-2
onpaar omp: òmp (Velden) onpaar [SGV (1914)] III-3-2
onrijp groen: Veldens dialekt  greun (Velden) Niet rijp, gezegd van een vrucht (groen, groenweg). [N 82 (1981)] III-2-3
onrijp, onvolgroeid groen: grēūn (Velden), Veldens dialekt  greun (Velden, ... ), niet rijp: neet rīēp (Velden), Veldens dialekt  neet riep (Velden) Een onvolgroeide vrucht (krots, gast). [N 82 (1981)] || Niet rijp, gezegd van een vrucht (groen, groenweg). [N 82 (1981)] || onrijp [SGV (1914)] || Onvolgroeid, gezegd van een vrucht (vernepen). [N 82 (1981)] I-7
onstuimige lucht grillige lucht: grellig (Velden), wilde lucht: wilde loch (Velden), ’n wilde lôch (Velden) onstuimige, woest bewolkte lucht [grellig] [N 22 (1963)] III-4-4
ontbijt eerste koffie, de -: ierste koffie (Velden), koffiedrinken, het -: koffiedrinken (Velden) namen en uren van de dagelijkse maaltijden: morgen [ZND 18G (1935)] III-2-3
ontlasting hebben afgaan: aafgaon (Velden), kakken: kakken (Velden), schijten: schiete (Velden) ontlasting hebben [afgon, leutere, driete, zijn gevoeg doen] [N 10c (1961)] III-1-1
onvast ter been (zijn) dazelen (ww.): dazele (Velden) lopen: onvast ter been [sporrig] [N 10 (1961)] III-1-2
onvruchtbare grond lichte grond: lichte grond (Velden), magere grond: magere grond (Velden) Grond van slechte kwaliteit. De oorzaak kan verschillend zijn. Het gevolg is echter een slecht landbouwproduct. [N 27, 31; N 27, 29; N 11, 2d; N 11, 2f; A 10, 4; N 6, 33a; Vld.; monogr.] I-8
onvruchtbare koe guste koe: gøstǝ ku (Velden), kwee: kwē (Velden) In dit lemma duiden de benamingen niet alleen op een koe die bij de dekking niet is bevrucht maar ook op een rund dat halfslachtig ter wereld is gekomen dat wil zeggen half stier en half koe is. Ook tweeling-runderen zijn vaker onvruchtbaar. [N 3A, 102; N 3A, 103; N 3A, 150h; N 3A, 150i; JG 1a, 1b; A 4, 14; L 20, 14; monogr; add. uit N C] I-11