25113 |
bliksemen |
bliksemen:
het bliksemt (L268p Velden),
’t bliksemt (L268p Velden, ...
L268p Velden),
⁄t bliksemt (L268p Velden),
weerlichten:
’t wèèrlicht (L268p Velden, ...
L268p Velden)
|
bliksemen met een felle straal [t vuurlicht] [N 22 (1963)] || bliksemschicht, bliksemstraal [weerlicht, blidderum] [N 22 (1963)] || het bliksemt [SGV (1914)]
III-4-4
|
20686 |
blinde vink |
blinde vink:
Syst. WBD
blinde vinke (L268p Velden),
blingde vinke (L268p Velden)
|
Opgerold kalfslapje met vulsel (blin vinke, muisje zonder kop?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
25018 |
blinken, glimmen, glanzen |
blinken:
blinke(n) (L268p Velden)
|
een glans van zich geven [glimmen, glanzen, blinken] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
17683 |
bloed |
bloed:
blood (L268p Velden, ...
L268p Velden)
|
bloed [N 10 (1961)], [SGV (1914)]
III-1-1
|
34097 |
bloedaders |
melkaderen:
mɛlkǭrǝ (L268p Velden)
|
Aders zichtbaar op de uier. [N 3A, 118c]
I-11
|
18057 |
bloeden |
bloeden:
bluë (L268p Velden)
|
bloeden [SGV (1914)]
III-1-2
|
20693 |
bloedworst |
bloedworst:
bloodwors (L268p Velden),
blootwòrs (L268p Velden),
bloedworst om te bakken
blootwors (L268p Velden),
Syst. WBD
bloodwors (L268p Velden, ...
L268p Velden)
|
bloedworst [N 06 (1960)] || Bloedworst (bulling?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
24305 |
bloedzuiger |
bloedzuiger:
bloodzuger (L268p Velden),
bloedzuiker:
bloodzuuker (L268p Velden)
|
bloedzuiger [DC 30 (1958)], [SGV (1914)]
III-4-2
|
20718 |
bloem |
bloem:
blōm (L268p Velden),
Syst. WBD
bloom (L268p Velden, ...
L268p Velden)
|
Bloem bestaat uit het inwendige van de korrel, de meelkern, en is wit tot grauw van kleur. In verband met het onderscheid tussen ''meel'' en ''bloem'' (zie de toelichting bij het lemma ''gemalen en gezuiverd graan'') zijn de opgaven die op het begrip "meel" duiden zoals roggemeel, tarwe, tarwemeel uit dit lemma overgebracht naar het lemma ''gemalen en gezuiverd graan''. Ten aanzien van het woordtype "patent" zij opgemerkt dat de patentbloem komt uit het hart van de meelkern wiens kleur mooi wit is (Schoep blz. 12). De graad van fijnheid wordt aangegeven door "0" (zero). Hoe meer zero''s, hoe fijner de bloem. [N 29, 15c; N 29, 14b; N 29, 14a; N 16, 80; N 29, 16] || Bloem van het meel (bloem, dons, blom, blons?) [N 16 (1962)]
II-1, III-2-3
|
24471 |
bloem (alg.) |
bloem:
blo.mə (L268p Velden),
bloom (L268p Velden)
|
bloem [SGV (1914)] || bloemen [RND]
III-4-3
|