21468 |
brandslang |
slang:
slang (L268p Velden)
|
de buis van soepele stof waardoor het water van een brandspuit geleid wordt [ader, darm] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
24306 |
brasem |
brasem:
ideosyncr.
briesem (L268p Velden)
|
Hoe noemt u de brasem: een zoet- en brak watervis die voorkomt in stilstaande tot traagstromende wateren. Het lichaam is hoog en zijdelings afgeplat. De buikvinnen staan achter de borstvinnen voor de rugvin. De anaalvin is sterk ingesneden. De bovenste he [N 83 (1981)]
III-4-2
|
33983 |
brede buikriem |
slagriem:
slāxrēm (L268p Velden)
|
Riem die onder de buik van het paard wordt gespannen en aan de twee uiteinden van de berries wordt vastgemaakt. Hij zorgt ervoor dat het paard steviger tussen de berries staat en voorkomt dat de kar opkipt. Deze riem is breder dan de smalle buikriem opdat hij bij het opkippen van de kar niet in de buik van het paard zou snijden. [JG 1a, 1b, 1c, 2b, 2c; N 13, 73]
I-10
|
34080 |
brede tanden |
brede tanden:
brēǝi̯ taŋ (L268p Velden),
brɛi̯ tant (L268p Velden)
|
Blijvend gebit na de wisseling. [N 3A, 108c]
I-11
|
33138 |
breeddorser |
breeddorser:
bręi̯dǫrsǝr (L268p Velden)
|
Bij deze dorsmachine werden de schoven dwars, in de breedte, of, anders gezegd, overlangs, in de opening geschoven. Hier gebeurt het eigenlijke dorsen door een molen met latten of wellen. Wompes Pelzer is een Duits fabrikaat breeddorsers, dat nog door paardekracht werd voortbewogen. Zie afbeelding 12. [N 14, 6b; JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
18786 |
breien |
strikken:
strikke (L268p Velden)
|
breien [SGV (1914)]
III-1-3
|
24475 |
brem |
brem:
-
brum (L268p Velden, ...
L268p Velden)
|
brem [DC 47 (1972)]
III-4-3
|
17804 |
brengen |
brengen:
bringe (L268p Velden)
|
brengen [SGV (1914)]
III-1-2
|
18099 |
breuk |
breuk:
breuk (L268p Velden)
|
breuk [SGV (1914)]
III-1-2
|
23316 |
brevier |
brevier (<lat.):
breveer (L268p Velden)
|
brevier [SGV (1914)]
III-3-3
|