21223 |
calèche -> koets (alg.) |
koets:
koets (L268p Velden)
|
een licht, vierwielig rijtuig [caleche, kales] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
24604 |
canadapopulier |
canadaboom:
Veldens dialekt
canadabäum (L268p Velden)
|
De canadese populier; kruising tussen de zwarte populier en amerikaanse soort (canada, kana, klaterboom, canadas, canidas, gauwgroot). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
33749 |
castreren |
knijpen:
knīpǝ (L268p Velden),
snijden:
snii̯ǝ (L268p Velden, ...
L268p Velden)
|
Een mannelijk paard onvruchtbaar maken door de teelballen weg te snijden; men spreekt dan van een ruin. Vgl. het lemma ''ruin'' (2.1.3). [JG 1a, 1b; N 8, 60] || In dit lemma worden twee manieren van castreren onderscheiden: A. onvruchtbaar maken door de teelballen weg te nemen, weg te snijden of te kwetsen, en B. onvruchtbaar maken door de teelballen af te binden of af te knijpen.. [N 3A, 19; JG 1a, 1b; A 3, 37; A 4, 12; L 4, 37; L 20, 12; Wi 16; monogr.]
I-11, I-9
|
21451 |
cent |
cent:
cent (L268p Velden)
|
cent, een ~ [ook oudere woorden als sans?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
25313 |
centiare, maat van 1 m2 |
vierkante meter:
virkante me͂tter (L268p Velden)
|
de maat die een oppervlakte aangeeft van 1 vierkante meter [centiare, centiaar] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
20837 |
cervelaatworst |
droogworst:
druugwors (L268p Velden),
drûûgwòrs (L268p Velden),
uitsluitend mager vlees
drūūgwors (L268p Velden)
|
droogworst [N 06 (1960)]
III-2-3
|
18824 |
chagrijn |
chagrijn:
sjagring (L268p Velden)
|
chagrijn [SGV (1914)]
III-1-4
|
20545 |
cichorei |
sokkerij:
oo kort
sookerei (L268p Velden),
suikerij:
oo kort
sookerei (L268p Velden)
|
cichorei; Hoe noemt U: Surrogaat of smaakverbeterend middel voor koffie gemaakt van de wortel van een bepaalde plant die gemalen en geroosterd wordt (cichorei, cikorei, suikerij, suikeraai, sekraai, bitter, Gemertse koffie) [N 80 (1980)]
I-7, III-2-3
|
25000 |
cirkel, kring |
bol:
bol (L268p Velden),
cirkel:
sirkel (L268p Velden),
kring:
kring (L268p Velden),
krink (L268p Velden)
|
cirkel [SGV (1914)] || de gesloten kromme lijn in een plat vak waarvan de punten alle op eenzelfde afstand liggen van één punt; het ingesloten vlak [kring, ring, cirkel] [N 91 (1982)] || een cirkelvormig voorwerp [ring, kring] [N 91 (1982)] || kring [SGV (1914)]
III-4-4
|
33518 |
citroenmelisse |
citroenmelisse:
Veldens dialekt
citroenmelisse (L268p Velden)
|
Citroenmelisse (melissa officinalis de sterk naar citroen geurende blaadjes van deze plan gebruikt men in soepen, sausen en bij de inmaak van diverse artikelen, o.a. haring en paling (citroenkruid, averiet, averoen, melisse). [N 82 (1981)]
I-7
|