e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Velden

Overzicht

Gevonden: 3691
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dief dief: deef (Velden) dief [SGV (1914)] III-3-1
dienblad dienblaadje: dēnblɛtjə (Velden) dienblad [DC 27 (1955)] III-2-1
dienst dienst: dins (Velden) dienst [SGV (1914)] III-1-4
diep diep: dēp (Velden) In dit lemma worden de plaatselijke varianten gegeven van het woord diep, voorzover dat - evenals de termen voor het tegengestelde begrip (zie het lemma ondiep) - gebruikt wordt of kan worden in verbinding met een werkwoord voor "ploegen". Voor het begrip "diep ploegen (vóór het zaaien)" kent men in bepaalde streken een speciale term waarin het woord diep niet voorkomt. Daarvoor zie men het volgende lemma [JG 1a + 1b; N 11, 39 + 42b + 46; N 11A, 107a + 108a; L 23, 8a; A 20, 1b; A 27, 24b; monogr.] I-1
dier, beest dier: dēēr (Velden) dier [SGV (1914)] III-4-2
dij bats: bats (Velden), batse (Velden) dij [SGV (1914)] || dijen [SGV (1914)] III-1-1
dijk dijk: diek (Velden) een weg tussen twee sloten (dijk) [N 90 (1982)] III-3-1
dik sap van steenvruchten koekoekszeiver: Veldens dialekt  koekoekzeiver (Velden) stijf geworden sap uit steenvruchten (kriekskesspouw, vogelesnot, most, gom, snot, spek, vogelhum, koekoeksbrood, vogelteer). [N 82 (1981)] I-7
dik worden dikken: dieke(n) (Velden) dik worden; Hoe noemt U: Dik worden, gezegd van b.v. pap (dijen) [N 80 (1980)] III-2-3
dikke boterham homp: Syst. WBD  ennen homp (Velden), ronde boterham: Syst. WBD  rônde bôtram (Velden) Een dikke boterham (sjmouer, sjmouel?) [N 16 (1962)] III-2-3