e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Veldwezelt

Overzicht

Gevonden: 1746
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de kaarten steken foetelen: foetele (Veldwezelt) de kaarten op een bepaalde manier schudden om vals te kunnen spelen [steken] [N 112 (2006)] III-3-2
de mei vieren mei steken: mèij stèèke (Veldwezelt) de tractatie bij het plaatsen van die tak of vlag [N 112 (2006)] III-3-2
de merrie dekken dekken: dękǝ (Veldwezelt) Zie afbeelding 11. [JG 1a, 1b; N 8, 43a en 43b] I-9
de organen verwijderen uithalen: ūthǭlǝ (Veldwezelt) Als het dier opgehangen is, snijdt de slachter de buik open, waarna hij de ingewanden verwijdert. Daarna haalt hij de organen (hart, lever e.d.) eruit. Zie ook het lemma ''ingewanden verwijderen''. [N 28, 87] II-1
de stal uitmesten schoonmaken: šunmǭ.kǝ (Veldwezelt), uitmesten: ū.tmęstǝ (Veldwezelt), uittrekken: ū.ttrɛkǝ (Veldwezelt) De stal of mestgoot van mest ontdoen. Objecten "stal", "mestgoot" en "mest" zijn niet gedocumenteerd. [N 11, 14; N 5A II, 50a; A 9, 26; JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c; monogr.] I-11
de was bleken bleken: bleeken (Veldwezelt), blêke (Veldwezelt) de was op de bleek leggen [ZND 21 (1936)] III-2-1
de zeug naar de beer brengen drijven: drī.vǝ (Veldwezelt), na(ar) de beer gaan: no dǝ bīǝr guǝn (Veldwezelt) De zeug laten dekken door de beer, het mannelijk varken. [N 19, 30; JG 1a, 1b, 2c; N 76, add.; monogr.] I-12
deeg deeg: deeg (Veldwezelt, ... ) zij kneedt het deeg [ZND 22 (1936)] III-2-3
dekken rijden: rɛi̯.ǝ (Veldwezelt), springen: spreŋǝ (Veldwezelt, ... ) Het bevruchten van de koe door de stier. [JG 1a, 1b] || Het bevruchten van het vrouwelijk varken door het mannelijk varken. [N 19, 30; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 43, 20b; monogr.] || Het dekken van het vrouwelijk schaap door de ram. [N 77, 34; N 77, 33; JG 1a, 1b] I-11, I-12
deksel deksel: deksel (Veldwezelt), deksəl (Veldwezelt, ... ) deksel [ZND 01 (1922)], [ZND 22 (1936)] III-2-1