e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Veldwezelt

Overzicht

Gevonden: 1746
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gele voederwortel gele voerwortelen: gɛ̄l vōrwǫtǝlǝ (Veldwezelt) Daucus carota L. In de genoemde vragenlijst is gevraagd naar twee variëteiten naast de algemene benaming winterwortel die in het vorige lemma ter sprake kwam. Hier is alleen opgenomen hetgeen afwijkend is van lemma Winterwortel. Lobbericher naar het Rijnlands dorpje Lobberich. [N Q, 6b; monogr.] I-5
gelijkspelen quitte spelen: kiet spjèle (Veldwezelt) quitte spelen, niet verliezen maar ook niet winnen [zijn zaad hebben, tot zijn zaad zijn, gelijk spelen, gelijk staan] [N 112 (2006)] III-3-2
geloven geloven: gleuve (Veldwezelt) Geloven. [ZND 35 (1941)] III-3-3
geluk geluk: gelek (Veldwezelt) Ge moet hem dat geluk gunnen (hij heeft het verdiend, ge moet hem niet benijden). [ZND 24 (1937)] III-1-4
geluksvogel; altijd geluk hebben chance (fr.) hebben: dat hij altijd chance heeft (Veldwezelt), geluksvogel: nə geləksvwoggel (Veldwezelt) Iemand die altijd geluk heeft. [ZND 35 (1941)] III-1-4
gemeente gemeente: gemeinte (Veldwezelt) gemeente [ZND 24 (1937)] III-3-1
gemeentehuis gemeentehuis: gemeintehoes (Veldwezelt) gemeentehuis [ZND 24 (1937)] III-3-1
gepensioneerd (zijn) gepensioneerd: znd 35, 65  gepencheneerd (Veldwezelt) gepensioneerd; hij is -; op pensioen gesteld [ZND 35 (1941)] III-2-2
geprimeerde stier prijsduur: prī.s˱dēr (Veldwezelt) Stier die prijzen en andere bekroningen heeft behaald. [JG 1a, 1b] I-11
gerieflijk gerieflijk: oe gerekt uitgesproken  ə gereeflək hoes (Veldwezelt) Gerieflijk huis. [ZND 35 (1941)] III-1-4