e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Veldwezelt

Overzicht

Gevonden: 1746
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
grote lijster dikke lijster: dikke liester (Veldwezelt), lijster: vdBerg; omgesp.  lixstər (Veldwezelt) grote lijster || grote lijster (27 forse vogel; vlekken vallen meer op dan bij zanglijster [019]; krachtige vlucht; ook op trek; broedt tegenwoordig ook bij woningen; luide zang en nest lijken op merel [018]; roep is hard geratel [N 09 (1961)] III-4-1
grote trom dikke trom: dikke tro(o)m (Veldwezelt), grote trom: groete tro(o)m (Veldwezelt) een grote trom [trombol] [N 112 (2006)] III-3-2
grove stem grove stem: ⁄n graof stim (Veldwezelt) grove stem [ZND 24 (1937)] III-3-1
grutto grutto: vdBerg; omgesp.  ryto (Veldwezelt) grutto (41 lange rechte bek en poten; wit in de vleugel; luidruchtig; algemeen in weiland; roep onder de pronkvlucht hoog in de lucht [grrieto, grrieto] [N 09 (1961)] III-4-1
guit, schalk grappenmaker: grappemĕker (Veldwezelt) guit (grappenmaker) [ZND 01 (1922)] III-1-4
gulden gulden: gəllə (Veldwezelt) gulden [ZND 35 (1941)] III-3-1
gulden mis gulden mis: gəllə mès (Veldwezelt) Gulden mis (op Quatertemper woensdag in de advent). [ZND 35 (1941)] III-3-3
gunnen gunnen: gonnen (Veldwezelt, ... ) Ge moet hem dat geluk gunnen [ZND 24 (1937)] || Ik zal u ook iets gunnen [ZND 24 (1937)] III-1-4
haag heg: hek (Veldwezelt) Omheining van levend hout ter afpaling van een erf of een stuk land. Men kent verschillende soorten hagen onder andere beukenhaag, elzenhaag, ligusterhaag, meidoornhaag, taxushaag en vlierhaag. [N 14, 62; RND 20; Wi 9; S 13, add.; Vld.; A 25, 4a; L 1a-m; L B2, 279; JG 1b, add.; L 32, 45; monogr.] I-8
haagappel haagappel: zie ook ZND01, a-m en u 79, apart ingevoerd  haogappele (Veldwezelt) haagappel, kleine steenvrucht vd haag- of meidoorn [ZND 24 (1937)] III-4-3