e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Velm

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schoffel schoffelaar: sxufǝlēr (Velm) Gereedschap om onkruid af te snijden en om de grond los te maken. Het bestaat uit een soort mes dat met behulp van een lange steel door de grond geschoven wordt. [N 18, 18a en 48; JG 1a, 1b; A 47, 11a; monogr.; add. uit N 15, 6; N 18, 4 en 50; GV, K7] I-5
schoffelen, wieden met de schoffel schoffelen: sxufǝlǝ(n) (Velm) Met een schoffel de bovengrond tussen de plant(rijen) van een gewas zodanig bewerken dat de korstige bovenlaag verkruimeld en het onkruid afgestoken wordt. Het woord schoffelen kan niet alleen in absolute zin gebruikt worden, maar laat zich ook verbinden met een object. Dat kan de te bewerken grond zijn (akker, tuin, enz.) maar ook het te verzorgen gewas dat op die grond staat (bijv. de bieten), en ook het onkruid. [N 15, 6; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit A 47, 11a] I-5
schoffelmachine binette: bǝnęt (Velm) Eenvoudig duwgereedschap dat eruit ziet als een kruiwagen en bestaat uit een (of meer) schoffelijzer(s) aan een wiel, waaraan twee duwburries zitten en waarmee tussen rijen planten wordt gewied. [N 18, 47; N J, 8a; monogr.; add. uit N 18, 51] I-5
schoft schoft: sxǫft (Velm) Het benige uitsteeksel dat de hals van de rug scheidt, het hoogste punt van de ruggegraat. Zie afbeelding 2.17. [JG 1a, 1b; N 8, 14, 32.1 en 32.2] I-9
schoftzadel zadel: zǭǝl (Velm) Het zadel dat een tussen berries ingespannen paard op de schoft draagt. [JG 1a, 1b; N 13, 64a; monogr.] I-10
school school: keͅŋər zən noə sxoul (Velm), tsxoͅul (Velm) de kinderen zijn naar school [ZND 42 (1943)] || school [RND] III-3-1
schoolkinderen schoolkinderen: sxo.ulkiŋər (Velm) schoolkinderen [RND] III-3-1
schoondochter schoondochter: schoeëndochter (Velm) schoondochter [ZND 06 (1924)] III-2-2
schoonmoeder schoonmoeder: schoeëmoeiër (Velm) schoonmoeder [ZND 06 (1924)] III-2-2
schoonvader schoonvaar: schoeëvoër (Velm) schoonvader [ZND 06 (1924)] III-2-2