e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Velm

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
speeksel spuw: spaöe (Velm) speeksel [ZND 07 (1924)] III-1-1
speeksel uitspuwen spuwen: spo.ə (Velm) (speeksel uit)spuwen [RND] III-1-1
speelkaart kaart: en koht (Velm) kaart [GTRP (1980-1995)] III-3-2
speen van de koe deem: døm (Velm) [N C, 12; JG 1a, 1b; A 30, 6a; L 8, 24b; L 14, 27b; L 49, 6a; monogr.] I-11
spek spek: spɛk (Velm, ... ) spek [Goossens 1b (1960)] III-2-3
spel (alg.) spel: en spael (Velm) spel [GTRP (1980-1995)] III-3-2
speld spelde: spɛl (Velm) Puntig, van een kop voorzien metalen stiftje om iets in weefsel vast te steken of te bevestigen op of aan iets anders. [N 62, 50a; L 7, 20; L 14, 24; L B1, 73; R 14, 8a; MW; Wi 7; S 34; monogr.] II-7
spelden vastspeten: vastspētǝ (Velm) Met spelden stukken kleding of panden aan elkaar vastspelden. [N 59, 74; L 7, 20; S 34] II-7
spelen (alg.) spelen: ich speel, heeë spèlt, we spele (Velm), speeh(ii)le (Velm) Ik speel, hij speelt, wij spelen. [ZND 07 (1924)] || spelen [GTRP (1980-1995)] III-3-2
spenen spenen: spēǝnǝ (Velm) Het veulen het zuigen ontwennen. [JG 1a, 1b; N 8, 59] I-9