19408 |
steelvormig handvat |
steel:
stēl (P174p Velm)
|
steel van een vork [ZND 07 (1924)]
III-2-1
|
19637 |
steenkool |
kolen:
kole (P174p Velm, ...
P174p Velm)
|
steenkool [ZND 04 (1924)], [ZND 36 (1941)]
III-2-1
|
18111 |
steenpuist, bloedzweer |
zweer:
zweer (P174p Velm)
|
negenoog (bloedzweer, fr. juroncle) [ZND 05 (1924)]
III-1-2
|
32971 |
stengel, steel |
spier:
spīr (P174p Velm)
|
Stengel, als deel van een plant. [JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
25195 |
sterx |
ster:
ps. letterlijk overgenomen.
stèër (P174p Velm)
|
ster [ZND 07 (1924)]
III-4-4
|
33444 |
steunsels in de bovenhoeken van een poort |
consolen:
kǫnzǫlǝ (P174p Velm)
|
In de bovenhoeken van een poort zijn soms ook paaltjes aangebracht om het kozijn te steunen of alleen maar ter versiering. Deze paaltjes zijn lichter dan die in de benedenhoeken. Enkelvoudige opgaven benoemen een van de steunpaaltjes aan weerskanten van een opening. Zie ook afbeelding 18.b bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 42g]
I-6
|
34050 |
stier |
var:
vɛr (P174p Velm),
vɛ̄ǝr (P174p Velm)
|
Mannelijk, niet gecastreerd rund. [JG 1a, 1b; A 4, 12; Gwn V, 1; L 7, 46; L 14, 14; L 20, 12; R 3, 38; S 35; Wi 14; monogr.; add. uit N 3A, 15]
I-11
|
19641 |
stijfsel |
stijfsel:
samen met znd 7, 48
steͅi̯səl (P174p Velm)
|
de witte stof die gebruikt wordt om linnen stijf te maken (witte klontjes) [ZND 32 (1939)]
III-2-1
|
33979 |
stijgbeugels |
stijgbeugels:
stibø̄gǝls (P174p Velm)
|
Metalen, van onderen afgeplatte, aan een riem bevestigde ring waarin een ruiter de voet zet om op of af te stijgen en om op te steunen bij het rijden. [JG 1a, 1b]
I-10
|
34018 |
stilstaan |
hou:
ǭu̯ (P174p Velm)
|
Voermansroep om het paard te doen stilstaan. [JG 1b; N 8, 95e en 96; L B 2, 257; L 36, 81e; monogr.]
I-10
|