e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Velm

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vos, vospaard voes: vuš (Velm) Licht- of rosbruin paard met witte manen, staart en poten. Onder de vossen zijn er diverse kleurnuanceringen: roodvossen (rode tot dieprode globe), goudvossen, zweetvossen (zwartachtig rood naar geel overhellend en glimmend), lichte vossen (geelbruin tot geelbruin), donkere vossen (van donkerbruin tot zeer donker roodbruin). [JG 1a, 1b; N 8, 63g, 63h en 63j] I-9
vriend vriend: vrint (Velm) vriend(in) [RND] III-3-1
vriesweer vriesweer: vriesweer  vriswēr (Velm) vriezend weer, koud en droog [N 22 (1963)] III-4-4
vriezenx vriezen: vrizə (Velm) vriezen [bieberen, bikken] [N 22 (1963)] III-4-4
vroegmis eerste mis: di.stə mɛs (Velm) vroegmis [RND] III-3-3
vrouw vrouw: vro.u (Velm), vroo (Velm), vrouwmens: vroməs (Velm) vrouw [RND], [RND], [ZND 04 (1924)] III-3-1
vrouwelijk kalf vaarzenkalf: vęi̯zǝ[kalf] (Velm), vɛ̄ǝzǝ[kalf] (Velm) [N 3A, 20; N C, 7b; JG 1a, 1b; A 9, 17b; Gwn V, 5b; monogr.] I-11
vrouwelijk kalf dat van tanden begint te wisselen vaars: vęi̯s (Velm) Het gaat hier om een kalf dat ongeveer één jaar oud is. [N 3A, 22] I-11
vrouwelijk lam ooitje: ui̯kǝ (Velm) [L 34, 34; L 20, 22c; A 4, 22c; A 2, 45; R 3, 36; N 70, 3; N 19, Q 111 add.; AGV m 3; monogr.] I-12
vrouwelijk schaap in het algemeen ooi: ō (Velm), ou: ou̯ (Velm), outje: ou̯kǝ (Velm) De benamingen voor "vrouwelijk schaap" beantwoorden vooral aan de drie woordtypen ooi/ooitje, germ/germpje en het algemene woord schaap. Ten aanzien van het woordtype germ kan men opmerken dat het woord in nogal wat plaatsen kan duiden op het vrouwelijk schaap dat nog niet gelamd heeft. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; R 3, 35; A 4, 22b; AGV, m3; L 1a-m; L 5, 30a; L 29, 32; L 20, 22b; L B2, 318; monogr.; S 23, Q 113 add.] I-12