34160 |
drachtig |
behouden:
bǝhaldǝ (L271p Venlo)
|
[N 3A, 33]
I-11
|
33873 |
drachtige merrie |
veulenmeer:
vø̄lǝmē̜r (L271p Venlo)
|
De merrie "behoudt", als men na een drietal weken zekerheid heeft dat ze drachtig is; bij een miskraam "verwerpt" ze. [JG 1a, 1b; N 8, 50a]
I-9
|
33523 |
draden of randen van peulvruchten |
pijzen:
paes (L271p Venlo)
|
[N Q (1966)]
I-7
|
17806 |
dragen |
dragen:
drage (L271p Venlo),
drá:ge (L271p Venlo)
|
dragen [DC 02 (1932)]
III-1-2
|
25127 |
dragen, gezegd van ijs |
dragen:
dráágə (L271p Venlo),
drûûch (L271p Venlo),
ut drūūg (L271p Venlo),
⁄t drûûg (L271p Venlo),
dragend ijs:
dragend iês (L271p Venlo),
dragend iës (L271p Venlo),
houden:
hàldə (L271p Venlo),
hèlt (L271p Venlo),
ut held (L271p Venlo)
|
dragen gezegd van ijs waarop men kan lopen [lijden, helen, houden] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
20236 |
drager van de doodskist |
drager:
draeger (L271p Venlo),
drager (L271p Venlo)
|
een drager van de lijkkist [dreëjer] [N 96D (1989)] || persoon die lijkbaar draagt
III-2-2
|
20663 |
dragon |
dragon:
dragon (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
WLD
drààgòn (L271p Venlo, ...
L271p Venlo)
|
Dragon; een overblijvende plant met smalle gaafrandige bladeren en 3 mm grote bloemhoofdjes waarvan de jonge bladeren dienen als specerij in sla en bij het inmaken van augurken, zilveruitjes, etc. (drakewortel, kloppenkruid, stragoen). [N 82 (1981)]
I-7, III-2-3
|
20500 |
drank |
drank:
drank (L271p Venlo),
drònk (L271p Venlo),
drinken:
drinke (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo),
slok:
sloeke (L271p Venlo),
zuip:
zoèp (L271p Venlo),
zoëp (L271p Venlo),
zōēp (L271p Venlo)
|
drank || drank; Hoe noemt U: Dat wat gedronken wordt (drinken, soopje, zuip) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
33848 |
draven |
draven:
drāvǝ (L271p Venlo)
|
In draf gaan, een actieve twee-tempogang, waarbij een diagonaal benenpaar gelijkmatig wordt opgeheven en weer neergezet, bijv. eerst linkervoorbeen en rechterachterbeen, daarna beide andere benen, met daartussen een zweefmoment. Zie afbeelding 9. [JG 1b; N 8, 81b en 81d]
I-9
|
21153 |
dreef |
gelei:
gelei (L271p Venlo),
laan:
laan (L271p Venlo),
laan? (L271p Venlo),
láán (L271p Venlo)
|
dreef [SGV (1914)] || een weg aan met beide zijden een of meer rijen bomen (dreef, dreeft, laan,laning, lei) [N 90 (1982)]
III-3-1
|