17939 |
driftig lopen |
driftig lopen:
driftig (L271p Venlo),
fieteren:
fietjaere (L271p Venlo),
rennen:
renne (L271p Venlo)
|
lopen: driftig lopen [op ne staog loope] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
22655 |
drijftol |
dop:
dop (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo),
Dit woord durf ik alleen maar tegen ouderen te gebruiken. Jongeren kennen dit waarschijnlijk niet. Zelf heb ik het nooit gedaan.
dop (L271p Venlo),
meervoud is "döp
dop (L271p Venlo),
eierdopje:
recht met boven in de kop een kuiltje (poetje)
eierdöpke (L271p Venlo),
elswijker:
elswiekker (L271p Venlo),
paddestoelvormig, vanonder de kap tot halverwege de steel gepoefd, beneden een buikvormige verdieping
elswieker (L271p Venlo),
kokkerel:
koekerel (L271p Venlo),
ruitentikker:
roetentikker (L271p Venlo),
ein klein model {dop] noemt men toetentikker [ruitentikker] omdat men hem ver weg kon zwepen en dikwijls ruiten kapot maakte
roetentikker (L271p Venlo),
gewoon paddestoelmodel
rōētetikkər (L271p Venlo),
smikkendop:
smikkendop (L271p Venlo),
zeikton:
1. Giervat.
zeiktón (L271p Venlo),
met poeven rondom, licht sferisch aan de kanten
zeiktôn (L271p Venlo)
|
/ [SND (2006)] || 2. Tol in tonnetjesmodel, spits naar beneden toe lopend. || drijftol [SGV (1914)] || Drijftol. || Hoe noemt men het kinderspeelgoed dat paddestoel- of kegelvormig is en dat met een zweep wordt voortgedreven? [tol] [DC 24 (1953)] || Tol (speelgoed). || Tol.
III-3-2
|
28640 |
drijfvoeren |
drijfvoeren:
drīfvōrǝ (L271p Venlo)
|
Het voeren dat gebeurt, wanneer men de bijen tot het zetten van broed wil prikkelen. Wanneer de bijen nog behoorlijk in het voer zitten, hoeft de imker zich nergens om te bekommeren en kan hij het drijfvoeren laten. [N 63, 110c; Ge 37, 196]
II-6
|
29122 |
drijfwiel |
rad:
rāt (L271p Venlo)
|
Het grote ronddraaiende deel of wiel van het spinnewiel dat wordt aangedreven door middel van de trede en koppelstang en dat door middel van snaar en trendel zorgt voor het draaien van de vleugel en de klos. [N 34, B6]
II-7
|
24939 |
drijfzand |
drijfzand:
driefzand (L271p Venlo),
driefzànt (L271p Venlo),
driêfzand (L271p Venlo),
driëfzand (L271p Venlo),
drīēfzand (L271p Venlo),
drīēfzánt (L271p Venlo),
modder:
modder (L271p Venlo),
papieren zoldertje:
pəpeerə zöldərkə (L271p Venlo)
|
drijfzand, met water verzadigd zand dat rustig ligt maar waarin alles wegzakt wat er druk op uitoefent [drijf, drift, vloei, papieren zolder] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
27354 |
drijven |
afjagen:
āfjāgǝ (L271p Venlo)
|
Het verwijderen van bijen uit de woning door middel van kloppen, borstelen, stoten en afjagen op een korf met nest, met het doel honing te oogsten. [N 63, 98a; monogr.]
II-6
|
33413 |
drinkbak voor de kippen |
drinkbak:
dreŋkbak (L271p Venlo),
waterbak:
wātǝrbak (L271p Venlo)
|
De drinkbak voor de kippen in het kippenhok. [A 48, 16c]
I-6
|
20499 |
drinken |
blussen:
blusse (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
de dorst verslaan:
den dòrs verslaon (L271p Venlo),
drinken:
drinke (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo),
drinken (L271p Venlo),
driŋə (L271p Venlo),
lessen:
lesse (L271p Venlo),
lessə (L271p Venlo),
lèsse (L271p Venlo),
paven:
pave (L271p Venlo),
smeren:
smaere (L271p Venlo),
tetteren:
tettere (L271p Venlo),
zuipen:
volks
zoepe (L271p Venlo)
|
(flink) drinken || drinken [DC 03 (1934)] || drinken; Hoe noemt U: De dorst doen ophouden (lessen, blussen, verslaan) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
34333 |
drinken bij de zeug |
zuigen:
zø̜i̯gǝ (L271p Venlo)
|
Het zuigen of drinken bij de zeug, gezegd van de big. [N 19, 21a]
I-12
|
19574 |
drinkglas |
bierglas:
beerglaas (L271p Venlo),
glas:
glaas (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
glās (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
Verklw. glaeske
glaas (L271p Venlo),
maatje:
jenever
møͅtjə (L271p Venlo),
tuit:
Verklw. tuutje
toèt (L271p Venlo)
|
drinkglas [RND] || drinkglas zonder voet [N 20 (zj)] || een glas (bier) || glas
III-2-1
|