19784 |
hond |
hond:
hônd (L271p Venlo),
\' o bijna oo \'
hond (L271p Venlo),
kalf:
(ironisch)
kielf (L271p Venlo)
|
hond [SGV (1914)]
III-2-1
|
19782 |
hondenhok |
hondenhok:
hondehok (L271p Venlo)
|
hondenhok [DC 10 (1941)]
III-2-1
|
34567 |
hondenkar |
hondskar:
hontskɛr (L271p Venlo)
|
Kleine kar die door een hond getrokken wordt en die voornamelijk gebruikt werd voor het vervoer van allerlei kleine hoeveelheden. [N 17, 15a; JG 1a; N G, 51; monogr]
I-13
|
24687 |
hondsdraf |
hondsdraf:
idem
hondsdraf (L271p Venlo)
|
hondsdraf [DC 60a (1985)]
III-4-3
|
20614 |
honger hebben |
honger hebben:
hóngər hèbbe (L271p Venlo),
hônger hebbe (L271p Venlo),
mijn maag jeukt:
mien maag jeuk (L271p Venlo),
schrok hebben:
ik heb schrok (L271p Venlo),
trek hebben:
trek hebbe (L271p Venlo),
trek hebben in wat:
trek hebbe in wat (L271p Venlo),
zin hebben:
zin hebbe (L271p Venlo),
zin höbbə (L271p Venlo),
zin hebben in wat:
zin hebbe in wat (L271p Venlo),
zin in eten hebben:
zin in ééte hèbbə (L271p Venlo)
|
honger hebben [schrok hebbe] [N 10 (1961)] || hongerig [greeg] [N 10 (1961)] || trek; Hoe noemt U: Zin in eten (trek, appertijt, appetijt, goesting, kop) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20623 |
hongerig |
hongerig:
hungerig (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
hôngerig (L271p Venlo, ...
L271p Venlo)
|
hongerig [greeg] [N 10 (1961)]
III-2-3
|
28557 |
hongervolk |
ozelaar:
ōzǝlę̄r (L271p Venlo)
|
Bijenvolk dat met te weinig voorraad voedsel de winter ingaat. [N 63, 54d]
II-6
|
28524 |
hongerzwerm |
hongerzwerm:
hoŋǝrzwɛrm (L271p Venlo)
|
Bijenvolk dat door de honger gedreven, kast of korf verlaat. Wanneer er in de woning geen druppel honing en korrel stuifmeel meer is, besluit het bijenvolk tot massale vlucht. Door het feit dat de bijen geen gevulde honingblaasjes hebben, steken zij snel en geducht. Een hongerzwerm komt echter slechts sporadisch voor. [N 63, 37c; N 63, 37e]
II-6
|
21043 |
honing |
honing:
hōneŋ (L271p Venlo)
|
Produkt door de bijen uit bloemvocht of nectar bereid en afgezet in de cellen van de raten. Honing is een zoete stof die door mensen als voedingsmiddel wordt gebruikt. [N 63, 43b; N 63, 111; L 1a-m; L 35, 105; S 14; S 38, JG 1a+1b; JG 2b-5; Ge 37, 128; A 9, 8; monogr.]
II-6
|
28549 |
honing halen uit klaver, linde enz |
vliegen op:
vlēgǝ op (L271p Venlo)
|
Het verzamelen van honing en stuifmeel door de bijen uit klaver, linde enz. [N 63, 51; Ge 37, 81]
II-6
|