21752 |
in beslag nemen / beslag leggen op |
beslag leggen:
beslaag ligge op .... (L271p Venlo)
|
het in beslag nemen van goederen bijv. als uitvoering van een vonnis [beslag, kommer] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
17846 |
in beweging komen |
(zich) verroeren:
verreure (L271p Venlo),
in beweging komen:
in bewaeging komme (L271p Venlo),
omhoog komen:
umhoeg kômme (L271p Venlo),
starten:
stártə (L271p Venlo)
|
beweging, In ~ komen (meutelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
20442 |
in de doodskist leggen |
kisten:
kiste (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
kistə (L271p Venlo)
|
een dode in de doodskist leggen [lichteren, kisten] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
33613 |
in de moestuin werken |
hoven:
hōͅvə (L271p Venlo)
|
[N P (1966)]
I-7
|
28477 |
in de pap liggen |
in de melk liggen:
en dǝ mɛlk legǝ (L271p Venlo)
|
Eitjes en larven worden door de werkbijen in een pap van stuifmeel, honing en water gelegd. Hierin gedijen ze zeer snel. Men zegt dan "de larven liggen in de pap, in de melk". De cellen zijn dan nog niet verzegeld. [N 63, 22c]
II-6
|
17878 |
in de rug slaan (met de vuist) |
doffen:
doefe (L271p Venlo),
doeffe (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
dŏĕfə (L271p Venlo)
|
slaan, Met een vuist in de rug ~ (doffen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
22515 |
in de rug slaan (met de vuist) [cf. wld iii, 1.2] |
doffen:
doefe (L271p Venlo),
doeffe (L271p Venlo)
|
Een slag met de vuist op iemands rug [druts, does, dof]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
20684 |
in de schil gekookte aardappelen |
gesmoorde patatjes:
Syst. WBD
gesmoorde petetjes (L271p Venlo),
pelkartoffelen:
Syst. WBD
pelkartoffele (L271p Venlo)
|
In de schil gekookte aardappelen (zwelmennekes?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
19449 |
in de tuin werken |
de hof verzorgen:
d⁄n haof verzörge (L271p Venlo),
in de hof werken:
in d⁄n haof werke (L271p Venlo)
|
Een tuin verzorgen (in de hof werken, hovenieren, hoven) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
18227 |
in lompen gekleed |
schabbig:
schebbig (L271p Venlo),
schamel:
schaemel (L271p Venlo),
schèèməl (L271p Venlo)
|
armoedig gekleed, sjofel || in lompen gekleed [haveloos, schabullig, schamel] [N 86 (1981)]
III-1-3
|