32006 |
klauw van een bankhaak |
klemkant:
klɛmkant (L271p Venlo)
|
Het plat uitgesmede deel van de bankhaak dat het werkstuk vastklemt. [N 53, 210b; monogr.]
II-12
|
31951 |
klauwhamer |
klauwhamer:
klǫwhāmǝr (L271p Venlo)
|
Hamer waarvan de kop een gespleten en vaak ook gekromd uiteinde heeft, waarmee men spijkers uit het hout kan trekken. Van de klauwhamer bestaan verschillende uitvoeringen. Het oudere model heeft meestal geen gekromde hamerpin, het recentere model wel. Zie ook afb. 87. [N 53, 131; monogr.]
II-12
|
33256 |
klaver, algemeen |
klaver:
klāvǝr (L271p Venlo),
klee:
kliǝ (L271p Venlo)
|
De klaver- en klee-varianten in dit lemma vormen de verzamelnaam voor allerlei klaversoorten uit de familie van de Vlinderbloemigen. Klaver werd tot 1950 geteeld als groenvoer en als stoppelgewas. In de Nijmeegse lijst is niet naar de afzonderlijke soorten of naar de algemene naam gevraagd, alleen naar de benamingen voor verschillende oude klaversoorten. Hier zijn, naast de algemene naam in dit lemma, eerst enkele meestvoorkomende soorten apart behandeld en is tot slot een verzamellemma Andere Oude Klaversoorten toegevoegd. De scheiding in het Nijmeegse materiaal is achteraf aangebracht, op grond van de gewasnaam, de opmerkingen van de zegslieden en andere bronnen. Zie ook WBD.I, afl. 8, blz. 1408. [N 14, 83; JG 1a, 1b, 2b, 2c; A 4, 10; L 1, a-m; L B2, 348; L 20, 10; Wi 50; S 18; monogr.]
I-5
|
22747 |
klaveren in het kaartspel |
klaveren:
klavere (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo),
klaveren (L271p Venlo),
(moderne "nieuwe"benaming).
klaveren boer (L271p Venlo),
kleen:
klieë (L271p Venlo),
kruitseren:
(oude benaming).
kruutseren boer (L271p Venlo)
|
2. Klaveren bij kaartspel. || Hoe noemt u van het kaartspel de verschillende symbolen? (Het gaat om de gewone namen, niet om woorden voor "troef"enz.). - IV. Klaveren. [DC 52 (1977)] || klaveren boer [SGV (1914)]
III-3-2
|
28646 |
klaverhoning |
kleehoning:
kliǝhōneŋ (L271p Venlo)
|
Honing afkomstig van de klaverbloesem. Klaver is een zeer goede drachtbron, die uiteindelijk een heel fijne tafelhoning oplevert. De klaverhoning is geel van kleur en mild van smaak. [N 63, 112b; monogr.]
II-6
|
22396 |
klaverjassen (kaartspel) |
klaverjassen:
klaverjasse (L271p Venlo),
klāvərjasə (L271p Venlo)
|
Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)]
III-3-2
|
18171 |
kledij, kleren |
goed:
good (L271p Venlo),
kledage:
kleiage (L271p Venlo),
kleiaje (L271p Venlo),
kleijaage (L271p Venlo),
kleijazie (L271p Venlo),
kléjazie (L271p Venlo),
kleren:
kleier (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo),
kleijeer (L271p Venlo),
kleijer (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
klījer (L271p Venlo),
klèijər (L271p Venlo),
(t kleid)
kleijer (L271p Venlo),
ploeten:
WNT: ploet, waarschijnlijk een klanknabootsing met de bet. vod, lap, het meervoud is dan later schertsend gebezid voor kleeren. Verg. plod. // Ploeten (Limb.), kleedingstukken, schuerm. 491a.
ploète (L271p Venlo),
t dinge, ploete, lijnwaad, kluft]:
kleier (L271p Venlo),
kleijer (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
klyer (L271p Venlo)
|
(1. goed 2. kleding || ... de kleren (het kleed) ... - bedoeld wordt de vrouwenkleding [DC 03 (1934)] || kleding || Kleding (algemeen). Wat is in uw dialect het algemene woord voor kleding heel in het algemeen? [DC 62 (1987)] || kleding, kledij (verzamelnaam) [kleerazie, klejaasj] [N 23 (1964)] || kleren, kledingstukken [kleer [N 23 (1964)] || Mannenkleren. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18172 |
kleed |
kleed:
ut kleid (L271p Venlo)
|
... de kleren (het kleed) ... - bedoeld wordt de vrouwenkleding [DC 03 (1934)]
III-1-3
|
18285 |
kleerborstel |
kleerborstel:
kleierbörstel (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
meubelborstel:
muibelbörstel (L271p Venlo)
|
Kleerborstel. Hoe noemt men het hierboven afgebeelde voorwerp, dat wordt gebruikt om stof uit kleren, stoelbekleding, gordijnen enz. te verwijderen? [DC 15 (1947)]
III-1-3
|
19389 |
kleerhanger |
hanger:
hęŋǝr (L271p Venlo),
klederhanger:
kleierhanger (L271p Venlo)
|
Een gebogen hout met een haak om kleren op te hangen (kleerhanger, kapstok) [N 79 (1979)] || Gebogen houtje of beugel met haak waarop men jas of mantel zonder kreuken kan ophangen. [N 59, 35; monogr.]
II-7, III-2-1
|