18004 |
koorts |
koorts:
ko.rs (L271p Venlo),
kuors (L271p Venlo)
|
koorts [RND], [SGV (1914)]
III-1-2
|
23563 |
koorzanger |
koorzanger:
koeerzenger (L271p Venlo, ...
L271p Venlo)
|
Een koorzanger, lid van het zangkoor [zenger, koeërzenger?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
33806 |
koot |
koot:
kuǝt (L271p Venlo)
|
Het korte been onmiddellijk boven de hoef, zowel van de voor- als achterpoot. 1Het is één van de belangrijkste lichaamsdelen van het trekpaard. Zie afbeelding 2.25. [JG 1a, 1b; N 8, 32.1, 32.2, 32.3, 32.7, 32.10, 32.14, 32.15 en 32.16]
I-9
|
19856 |
kop |
kop:
kǫp (L271p Venlo)
|
De korte smalle zijde van een metselsteen. Zie ook afb. 30. [N 31, 17c; N 98, 171; monogr.]
II-8
|
33063 |
kop van de schoof |
kop:
kǫp (L271p Venlo)
|
De bovenkant van de schoof, daar waar zich de aren bevinden. Zie afbeelding 7. [N 15, 21b; JG 1b]
I-4
|
25412 |
kop verwijderen |
afsnijden:
āfsni-jǝ (L271p Venlo)
|
Nadat de kop afgehuid is, wordt hij van het lijf gesneden of gehakt. [N 28, 44; monogr.]
II-1
|
33137 |
kopdorser |
hekelmachine:
hɛ̄kǝlmǝšin (L271p Venlo)
|
Bij deze vroege gemotoriseerde dorsmachine werden de schoven met de aren (de kop van de schoof) naar voren in de machine geschoven. Het eigenlijke dorsen gebeurde in een trommel met ijzeren pinnen of tanden die doet denken aan een hekel. Zie afbeelding 12. [N 14, 6a; JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
21411 |
kopen |
kopen:
kaupe (L271p Venlo, ...
L271p Venlo)
|
koopen [SGV (1914)] || kopen (geen context) [DC 37 (1964)]
III-3-1
|
19883 |
koper poetsen |
koper poetsen:
kōpər putsə (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
opwrijven:
oͅp˃vrīvə (L271p Venlo)
|
metaal met behulp van vloeibare of zachte poetsmiddelen vlekvrij en glanzend maken [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
24193 |
koperwiek |
koperwiek:
koperwiek (L271p Venlo)
|
koperwiek (21 lijkt op zanglijster [019], maar met rossige plek op zij en vleugel; alleen op trek en s winters, meestal in grote troepen; roep schril [srieieieie]; zachte zang [N 09 (1961)]
III-4-1
|