33964 |
kordeel, hotlijn |
bindteugel:
bindteugel (L271p Venlo),
haarlijn:
hārlin (L271p Venlo),
hotlijn:
hǫtlin (L271p Venlo)
|
Riem die of touw dat aan de korte teugel (cf. lemma Loenje) is vastgemaakt en door de voerman in de hand gehouden wordt. Als de voerman aan die lijn trekt, draait het paard naar links (haar), als hij er zachte rukjes aan geeft, draait het paard naar rechts (hot). Meestal wordt de gewenste richting van het paard echter vooral met commando''s aangegeven. [JG 1a, 1b; N 13, 29 en 32]
I-10
|
20109 |
korenbloem |
korenbloem:
kø̜rǝblōm (L271p Venlo),
kǭrǝblōm (L271p Venlo),
-
kaorebloom (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
körebloom (L271p Venlo)
|
Centaurea Cyanus L. Een niet meer zo algemeen voorkomende plant met blauwe bloemen, een spinselachtig behaarde stengel en dunne lancetvormige bladeren, die groeit in korenvelden, op zandgronden en in bermen. De plant bloeit van juni tot augustus en varieert in hoogte van 30 tot 60 cm. [A 13, 14; L 34, 31; monogr.; add. uit JG 1b] || korenbloem [DC 13 (1945)]
I-5, III-4-3
|
32536 |
korf |
korf:
kǫrǝf (L271p Venlo)
|
In het algemeen een uit wissen gevlochten en van een hengsel voorziene mand. Zie ook afb. 284. [N 20, 53; N 40, 37; monogr.]
II-12
|
28428 |
korfkrammen |
korfhaken:
(enk)
kǫrfhǭk (L271p Venlo)
|
IJzeren krammen. Met een paar van deze krammen of haken wordt het hoogsel of het onderzetstuk stevig aan de korf bevestigd. [N 63, 5d]
II-6
|
28602 |
korfmes |
korfmes:
kø̜rfmɛts (L271p Venlo)
|
Mes waarmee de imker de raten opsnoeit. Wanneer hij honing wil oogsten zal hij hiermee alle of bijna alle raten uit de korf snijden. Volgens de informanten van L 289 en L 333 kan daarvoor ieder willekeurig mes gebruikt worden. Daarop wijzen ook de woordtypen gewoon mes en mes. Andere woordtypen wijzen op een bepaald soort mes. Het kan een schaapschaarmodel zijn (L 416), een langwerpig mes dat aan de onderkant rond gebogen is (L 210, 414), een spatelvormig mes (P 120) of een mes met zeer korte snede haaks aan een lange steel (Q 253). [N 63, 80c; N 63, 81c]
II-6
|
24194 |
korhoen |
korhoen:
korhoon (L271p Venlo),
kòrhoen (L271p Venlo)
|
korhoen || korhoen (53 vrij zeldzame heidevogel; haan staalblauw, hen bruin en kleiner; houdt in het voorjaar pronkbijeenkomsten op een open plek op de hei [N 09 (1961)]
III-4-1
|
24539 |
kornoelje (alg.) |
kornoelje:
kernoelje (L271p Venlo, ...
L271p Venlo)
|
kornoelje [SGV (1914)]
III-4-3
|
24689 |
kornoeljesoorten |
gele kornoelje:
WLDGele kornoelje
gèèlə kərnōēljə (L271p Venlo),
rode kornoelje:
WLD Rode Kornoelje
rōējə kərnōēljə (L271p Venlo),
witte kornoelje:
WLD Witte kornoelje
wittə kərnōēljə (L271p Venlo)
|
De kornoelje. De witte kornoelje; struik met witte bloemen en witte bessen, 2-3 m hoog; takken aan de zonzijde rood, in de schaduw geel. [N 82 (1981)] || De kornoelje. Gele kornoelje me gele bloemen en karmijnrode vruchten, 3-7 m hoog; de geelbruine schors schilfert in kleine schubben af. [N 82 (1981)] || De kornoelje. Rode kornoelje; struik met witte bloemen en blauwzwarte bessen; 2-5 m hoog; takken aan de zonzijde purperrood en aan de schaduwkant groen (kroelie, kornoelje). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
25286 |
korrel, maat van 0,1 gram |
korrel:
kórrəl (L271p Venlo)
|
de maat die een gewicht aangeeft van 0,1 gram [korrel] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
18604 |
korset |
korset (<fr.):
kersjet (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo),
pensenterger:
pensenterger (L271p Venlo)
|
corset || korset, rijglijf om de taille [rijlief, rellif, relf, ruls, stiklijst, stiflijk] [N 25 (1964)]
III-1-3
|