31939 |
leunknop van de booromslag |
knop:
knup (L271p Venlo)
|
De platronde bol aan de bovenzijde van de booromslagwaarmee men tijdens het boren met de hand of met de borst druk uitoefent op het boorijzer. Zie ook afb. 81. [N 53, 161e; monogr.]
II-12
|
19383 |
leunstoel |
proost:
prōͅs (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo),
Oorspronkelijk zetel van de proost Verklw. präöske
praos (L271p Venlo),
zorg:
zörg (L271p Venlo, ...
L271p Venlo)
|
Een leunstoel met een hoge brede rug, waaraan soms zijstukken zijn aangebracht (zorg, zorgstoel, zetel) [N 79 (1979)] || leuningstoel [SGV (1914)] || leunstoel [ZND 03 (1923)]
III-2-1
|
21341 |
leurder |
huissierder (<fr.):
hauseerder (L271p Venlo),
kramer:
kriemer (L271p Venlo),
kriëmer (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
Opm. dit is een persoon die met zijn wagen of kar erop uittrekt.
kriëmer (L271p Venlo),
schooier:
schoejer (L271p Venlo),
venter:
venter (L271p Venlo)
|
Inventarisatie uitdrukkingen voor: "op koopmanschap gaan"= erop uittrekken om zijn waren te verkopen? Zo neen, welke andere uitdrukking. Geeft u nauwkeurig de uitspraak aan. [N 21 (1963)] || koopman die met zijn waren langs de deuren gaat? [N 21 (1963)] || leurder; Hoe werd de man genoemd die dat deed? [DC 48 (1973)]
III-3-1
|
21431 |
leuren |
de boer opgaan:
den boer opgaon (L271p Venlo),
kramen:
kriëmen (L271p Venlo),
langs de deur gaan:
langs de deur gaon (L271p Venlo),
schooien:
schoeje (L271p Venlo)
|
Inventarisatie uitdrukkingen voor: "op koopmanschap gaan"= erop uittrekken om zijn waren te verkopen? Zo neen, welke andere uitdrukking. Geeft u nauwkeurig de uitspraak aan. [N 21 (1963)] || leuren; Kent u een oud woord voor te voet met de handelswaar langs de huizen gaan van deur tot deur zoals bijvoorbeeld marskramers en ketellappers deden? [DC 48 (1973)]
III-3-1
|
20188 |
leven (zn) |
leven:
laeve (L271p Venlo)
|
leven
III-2-2
|
17568 |
levend vlees onder de huid |
leven, het -:
laeve (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
t laeve (L271p Venlo),
ruw vlees:
Als iemand gewond is; b.v. me zoog t rauw vleis.
rauw vleis (L271p Venlo),
vlees:
t vleis (L271p Venlo)
|
levend vlees onder de huid [t leeve] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17697 |
lever |
lever:
laever (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo),
lèver (L271p Venlo)
|
lever [leevert, lijver, livvere] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
20514 |
leverworst |
leverworst:
laeverwors (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo),
leverwòrs (L271p Venlo),
lēͅvərwors (L271p Venlo),
lèverwors (L271p Venlo),
lèèverwors (L271p Venlo),
lééverwórs (L271p Venlo),
léévərwòrs (L271p Venlo, ...
L271p Venlo)
|
leverworst [N 06 (1960)] || leverworst; Hoe noemt U: Worst met lever als hoofdbestanddeel (lol, leverworst, leverpens) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
24342 |
libel en waterjuffer |
garenpaap:
garepaap (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
gelezen als garenpaap
gaarepaap (L271p Venlo),
glazenmaker:
glazemaeker (L271p Venlo),
glazenmaker (oud) (L271p Venlo)
|
libel, alg. [DC 27 (1955)] || libel, waterjuffer
III-4-2
|
17540 |
lichaam |
lichaam:
lichaam (L271p Venlo),
lijf:
lief (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
lièf (L271p Venlo),
liëf (L271p Venlo)
|
lichaam [N 10 (1961)], [SGV (1914)]
III-1-1
|