21816 |
nabootsen |
na-apen:
vraag v.d. invuller: één woord?
nao-ape (L271p Venlo),
nabootsen:
naobōētsə (L271p Venlo),
nadoen:
naodoon (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
napraten:
naopraote (L271p Venlo)
|
iemands stemgeluid imiteren [nabootsen, papegaaien] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
21843 |
nachtbraken |
nachtbraken:
nachbrake (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
nágbráákə (L271p Venlo)
|
tot diep in de nacht uitgaan, nachtbraken [zwabberen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
24213 |
nachtegaal |
nachtegaal:
nachtegaal (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo)
|
nachtegaal [SGV (1914)] || nachtegaal (16,5 bekend; kleine bruine vogel met rossige staart; vrij zeldzame zomervogel; verborgen levend; beroemd om de zang [N 09 (1961)]
III-4-1
|
18609 |
nachthemd |
hemd:
haemp (L271p Venlo),
nachthemd:
nachhaemp (L271p Venlo)
|
nachthemd [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18608 |
nachtjapon |
nachtpon:
nachpôn (L271p Venlo),
pon:
pon (L271p Venlo),
pón (L271p Venlo)
|
nachtjapon || nachtjapon [nachtpon, bedjak, nachtjak, jak] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18607 |
nachtkleren |
nachtkleren:
nachkleier (L271p Venlo)
|
nachtkleding in het algemeen [t naachtdinge] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
23772 |
nachtmis |
nachtmis:
nachmis (L271p Venlo)
|
De mis die snachts wordt gedaan, nachtmis. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
18660 |
nachtpak |
hansop:
Van Dale: hansop, 2) wijd kledingstuk, gelijkende op de kleding der hansworsten, soort van overall, m.n. als nachtgewaad voor kinderen. vgl. WNT hanssop -hansop. 4) Bij overdracht. Naam voor een kleedingstuk (als nachtgewaad voor kinderen nog in gebruik), gelijkende op het gewaad van den hanssop, en bestaande uit lijf en broek met lange pijpen aan één stuk.
hansjop (L271p Venlo),
hansop (L271p Venlo),
sop:
B.v. De sop aan en de klap in de hansop aan en naar bed!.
sop (L271p Venlo)
|
hansop || nachtpak, overall-achtig ~ met een klep aan de achterkant [hansop] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
30362 |
nachtschoot |
scheut:
sxø̄t (L271p Venlo)
|
Schoot die door het draaien van de 'sleutel' buiten de belegplaat wordt gebracht. Zie ook het lemma 'Dagschoot'. [N 54, 103c]
II-9
|
24394 |
nachtvlinder |
nachtuil:
nachuul (L271p Venlo),
nachtvlinder:
nachvlinder (L271p Venlo),
uil:
ulen (mv.) (L271p Venlo),
uule (L271p Venlo),
ūl (L271p Venlo)
|
nachtuiltje, nachtvlinder [DC 18 (1950)]
III-4-2
|