19287 |
benieuwen |
benieuwd zijn:
benièd (L271p Venlo),
benieuwen:
benieje (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
bənīējə (L271p Venlo),
nieuwsgierig zijn:
nieusgierig zien (L271p Venlo),
zich wonderen:
wóndərə (L271p Venlo)
|
benieuwd || benieuwen || zijn nieuwsgierigheid wekken [wonderen, wonder doen, benieuwen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
25054 |
bepaalde hoeveelheid |
gast (mensen):
gas (L271p Venlo),
kwak:
kwak (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
kwan:
kwàn (L271p Venlo),
slof:
slóf (L271p Venlo),
troep:
trŏĕp (L271p Venlo),
zooi:
zooi (L271p Venlo),
zōōi (L271p Venlo)
|
bepaalde hoeveelheid || een aantal bij elkaar staande voorwerpen [trobbel] [N 91 (1982)] || een bepaalde hoeveelheid [meuk, zooi, spat, stauw, stoot, slof, stuiken, slodder, schoot] [N 91 (1982)] || een onbepaalde hoeveelheid [kwakkel, kwak] [N 91 (1982)] || hoeveelheid
III-4-4
|
30190 |
bepleisteren |
met leem bestrijken:
met lęjm bǝstrīkǝ (L271p Venlo)
|
De gevlochten vulling van een vak of wand met leemspecie bestrijken. In L 320a gebeurde het 'bezetten' met leem, kalk en haren die door de kapper bijeengespaard waren. Het aanbrengen van de leem werd in Q 121 door de 'leemklener' ('lēmklęǝnǝr') gedaan, in Q 96a en Q 96c door de 'plakker' ('pl'kǝr'). Zie voor het woordtype '(be)klenen' ook RhWb IV, kol. 705 s.v. 'klennen ii': ø̄Lehm in die Gefachwand schmieren, plästern.ø̄ Het woordtype 'spervelen' (Q 30) is een afleiding van het woord 'spervel', de benaming voor een rechthoekig plankje met aan de onderzijde een handvat dat wordt gebruikt bij het bepleisteren van muren. Zie ook het lemma 'Speciebord'. [S 21; L 1a-m; N 4A, 53h; N F, 56d; N 31, 45c; monogr.]
II-9
|
18932 |
beredderen |
beredderen:
bereddere (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo),
bəréddərə (L271p Venlo),
kwijten:
kwīētə (L271p Venlo),
verzorgen:
verzörge (L271p Venlo)
|
beredderen [SGV (1914)] || zaken in orde brengen, zorgen dat iets goed loopt [betimperen, betrekken, kwijten, beredderen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24918 |
bergtop |
spits:
spits (L271p Venlo),
top:
toep (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo),
tŏĕp (L271p Venlo),
tòp (L271p Venlo),
topje:
tŏŭpkə (L271p Venlo)
|
top van een berg [spits, piek] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
24916 |
bergx |
bergen (mv.):
mv.!
bérrəch (L271p Venlo)
|
berg (bergen) [RND]
III-4-4
|
21527 |
bericht |
bericht:
berich (L271p Venlo),
bərich (L271p Venlo),
tijding:
tiejing (L271p Venlo),
tīēding (L271p Venlo)
|
een mondeling of schriftelijk overgebrachte mededeling, inlichting [tijding, ting, weet, bericht] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
19540 |
berkenbezem |
bremmenbezem:
brummebessem (L271p Venlo)
|
bezem gemaakt van berketwijgjes (rijsbezem, berkenbezem, berkenboender) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
18060 |
beroerte |
beroerte:
beroerte (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo),
bərōērtə (L271p Venlo),
beslag:
beslaag (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
bəsláág (L271p Venlo),
ein beslaag (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo)
|
Beroerte: verlamming veroorzaakt door uitstorting van bloed in de hersenen (beroerte, beslag, aantok, slag). [N 84 (1981)] || Een plotselinge stoornis in de bloedsomloop, in de hersenen waarbij spraakstoornissen en verlammingsverschijnselen kunnen optreden? [DC 60 (1985)]
III-1-2
|
28587 |
beroker |
beroker:
bǝrø̜jkǝr (L271p Venlo)
|
Rookverwekkend apparaat ter kalmering van de bijen, dat men met de hand of mechanisch bedient. Hiermee hoeft men niet, zoals bij een gewone tabakspijp, eerst in te ademen. Men kan er oude lappen, surrogaat-tabak, houtwol, droog mos en andere dingen in stoken. De beroker blijft doorsmeulen en wanneer men rook nodig heeft, doet men een paar slagen met de blaasbalg. Er zijn ook berokers die met een veer werken. Wanneer die opgewonden is, kan het apparaat zichzelf enige tijd aanjagen. Het type Vulcan werkt met zo''n veer. [N 63, 77e; N 63, 76b; N 63, 76a; N 63, 73d; Ge 37, 158; monogr.]
II-6
|