25581 |
opbollen |
opbollen:
opbǫlǝ (L271p Venlo)
|
De afgewogen deegstukken opbollen. Het opbollen dient om een mooie ronde bol te verkrijgen, waardoor het vormen van het brood veel gemakkelijker kan geschieden, dan wanneer men dit van het direct afgewogen stuk moet doen (Schoep blz. 99). Verder dient het om de fijnheid van rijs te beïnvloeden en de kleefstof soepeler te maken. Het opbollen kan met de hand of machinaal plaatsvinden. [N 29, 34; N 29, 30b; monogr.]
II-1
|
25632 |
opbollen van het beschuitdeeg |
opbollen:
opbǫlǝ (L271p Venlo)
|
[N 29, 59a]
II-1
|
21880 |
opbrengst |
opbrengst:
opbrings (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
ópbrings (L271p Venlo),
winst:
wins (L271p Venlo)
|
dat wat iets bij verkoping oplevert, de opbrengst [schoor, winst] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
28631 |
opdoeken |
opdoeken:
opdōkǝ (L271p Venlo)
|
Een doek onder de korf steken. De uiteinden van de doek worden met pinnetjes of oognagels vastgezet aan de korfwand. Hierdoor verhindert men het wegvliegen van de bijen tijdens het reizen. [N 63, 104a; JG 2b-5, add.; monogr.]
II-6
|
17897 |
opeenschuiven |
overheen stroppen:
euver haer struipe (L271p Venlo),
stroppen:
stroppe (L271p Venlo)
|
stroppen: Op elkaar schuiven (stroppen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
28482 |
open broed |
open broed:
ǭpǝ brōt (L271p Venlo),
open dop:
(mv)
ǭpǝ dø̜p (L271p Venlo)
|
Broed dat nog niet afgesloten of verzegeld is. De toekomstige bij zit dan nog in het stadium van ei en larf. [N 63, 25a; N 63, 20a; N 63, 22c]
II-6
|
32041 |
open zwaluwstaart |
open hoekzwalmenstaart:
ǭpǝ hōk˲zwalǝmǝstɛrt (L271p Venlo)
|
Haakse hoekverbinding waarbij de uiteinden van de beide stukken hout van zwaluwstaartvormige pennen voorzien zijn. Het kopshout van beide reeksen pennen is op de buitenhoek zichtbaar. Zie ook afb. 135. [N 54, 55d]
II-12
|
21548 |
openbare verkoop |
openbare verkoop:
aopenbare verkoup (L271p Venlo),
publieke verkoop:
peblieke verkaup (L271p Venlo),
veiling:
veiling (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
vijling (L271p Venlo),
verkoop:
verkoup (L271p Venlo)
|
een openbare verkoping aan de meest biedende; verkoping bij opbod bijv. van huizen, landerijen, groenten en fruit, vis, etc. [roep, veiling] [N 89 (1982)] || openbare verkoping van goederen, huisraad vooral [koopdag, uitroep?] [N 21 (1963)] || openbare verkoping van onroerende goederen [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21150 |
openbare weg |
baan:
baan (L271p Venlo),
báán (L271p Venlo),
weg:
wèèg (L271p Venlo)
|
een grote, doorgaande weg, een openbare straatweg (baan, grootbaan, steenweg, kasseiweg, klinkerd, klinkweg) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18199 |
openbroek met linten |
boks:
boks (L271p Venlo),
schenkenzakje:
NB schink: gekookte ham.
schinkezekske (L271p Venlo),
snelzeiker:
snelzeiker (L271p Venlo)
|
damesonderbroek zonder kruis || onderbroek, directoir || vrouwen (onder)broek (vero) met zijsplitten en voorzien van linten in de pijpband waarmee de kousen worden vastgemaakt [boks] [N 25 (1964)]
III-1-3
|