33568 |
peterselie |
peterselie:
petersélie (L271p Venlo),
pitter sellie (L271p Venlo),
pittersielie (L271p Venlo),
pittersillie (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo),
idiosyncr. Additie bij vraag 16 (ingevuld voor L 269)
pieterselie (L271p Venlo)
|
[DC 69 (1994)]peterselie [N 92 (1982)]
I-7
|
22527 |
petoeten, zwikken (kaartspel) |
petoeten:
petoete (L271p Venlo),
pətutə (L271p Venlo),
zwikken:
zwekə (L271p Venlo),
zwikke (L271p Venlo)
|
Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)]
III-3-2
|
24927 |
petroleum |
gasolie:
gáásəolīē (L271p Venlo),
petroleum:
peetroolīējum (L271p Venlo),
petrolijum (L271p Venlo),
pətroléjəm (L271p Venlo),
(vroeger werd het ook zo genoemd).
petrolium (L271p Venlo),
petrolie:
peetroolīē (L271p Venlo),
petrolie (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
ptrole (fr.):
petrol (L271p Venlo),
pətròl (L271p Venlo),
stinkolie:
stinkaolie (L271p Venlo)
|
petroleum || petroleum, minerale licht ontvlambare stof die vooral tot verlichting in lampen en als brandstof wordt gebruikt [petrol, peter-, stink-, bron-, brom-, gasolie] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
20059 |
petunia |
petunia:
-
petunia (L271p Venlo, ...
L271p Venlo)
|
[DC 60A (1985)]Petunia (petunia hybrida). Paarse, blauwe, rode, witte of gestreepte bloemen, ze worden als sierplanten gekweekt. De bloemkroon is groot, trechtervormig. Het zijn behaarde kruiden, kleverig op het gevoel door de talrijke klierharen (petunia, petertunneke, [DC 60a (1985)]
I-7, III-2-1
|
20822 |
peuk |
buk-shag:
buksjek (L271p Venlo),
stommel:
Verklw. stumelke
stoemel (L271p Venlo)
|
peuk van sigaar || tabak van opgeraapte peukjes
III-2-3
|
21063 |
peul |
bonenschaal:
Verklw. boeënschaelke
boeëneschaal (L271p Venlo),
peul:
peule (L271p Venlo),
peultje:
peultjes (L271p Venlo)
|
boneschil || de peulen, de doppen van erwten of bonen [N Q (1966)]
III-2-3
|
33508 |
peul, dop (znw) |
bonenschaal:
boeëneschaal (L271p Venlo),
peul:
peule (L271p Venlo),
peultje:
peultjes (L271p Venlo),
schaal:
schaal (L271p Venlo)
|
[N Q (1966)]bonenschil
I-7
|
33522 |
peulen, doppen (ww.) |
doppen:
doppe (L271p Venlo),
uitdoen:
oetdoon (L271p Venlo)
|
[N Q (1966)]
I-7
|
33569 |
peulerwten |
erwten:
erret (L271p Venlo),
peulen:
WLD
peule (L271p Venlo),
peulə (L271p Venlo)
|
De peulerwt; soort van erwt waarbij de hele vrucht gegeten wordt, ook de schil (sluimerwt, hauw(ke), peul, suikererwt, blie-erwt). [N 82 (1981)]
I-7
|
20662 |
peulvruchten afhalen |
bonen pezen:
boene paeze (L271p Venlo),
(boven de eerste e van pêze hoort nog een lichtend streepje, kan helaas niet gemaakt worden).
boëne pêze (L271p Venlo),
pezen:
päze (L271p Venlo)
|
boonen afhalen [SGV (1914)] || erwten of bonen afhalen, van draden ontdoen [N Q (1966)]
III-2-3
|