25382 |
pompen |
hengelen:
hɛŋǝlǝ (L271p Venlo),
pompen:
pompǝ (L271p Venlo)
|
Eén van de poten bewegen om zo het bloed beter te laten uitstromen nadat de keel van het dier is doorgesneden. [N 28, 14; monogr.]
II-1
|
24431 |
pompen van de meikever |
geld tellen:
WLD
(geld télle) (L271p Venlo),
pompen:
WLD
pômpe (L271p Venlo),
razelen:
WLD
ráázələ (L271p Venlo)
|
Hoe noemt u het herhaalde malen de vleugels bewegen voordat hij opvliegt, gezegd van een meikever (geld tellen) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
29093 |
pompen, vermaken |
verpompen:
vǝrpompǝ (L271p Venlo)
|
Vermaken van kleding. Aangeven van aan te brengen veranderingen in verband met niet goed passen (Meima I, pag. 6). [N 59, 190a; N 62, 21b; MW]
II-7
|
28733 |
pompier |
pompier:
pompier (L271p Venlo)
|
Persoon die kleding verandert of de kleermakersknecht die in de pomp werkt, dat wil zeggen de kleermaker die in een confectiemagazijn het confectiewerk passend maakt. [N 59, 195c]
II-7
|
33572 |
pompoen |
poepappel:
poèpappel (L271p Venlo),
pronkappel:
bronkappel (L271p Venlo),
prónkappel (L271p Venlo)
|
pompoen || pronkappel
I-7
|
18504 |
pompon van een muts |
pompon (fr.):
pómpón (L271p Venlo)
|
wollen bolletje op muts
III-1-3
|
21536 |
ponder |
ponder:
punder (L271p Venlo)
|
Weeginstrument met trekveerwerking. [N 18 (1962)]
III-3-1
|
21170 |
ponton |
ponton (fr. <it.):
ponton (L271p Venlo),
póntón (L271p Venlo)
|
een drijvende brug (ponton) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
20458 |
pooier |
pooier:
pooier (L271p Venlo),
poojer (L271p Venlo),
poojər (L271p Venlo)
|
iemand die leeft van de verdiensten van een prostituée, voor wie hij als beschermer optreedt [pooier] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
19474 |
pook |
priem:
prēm (L271p Venlo),
Verklw. preemke
preem (L271p Venlo),
zo heet het instrument
preem (L271p Venlo),
rakelijzer:
Verklw. räökeliezerke
räökelièzer (L271p Venlo)
|
Met een pook in de kachel of het vuur porren (poken, peuteren, rakelen, koteren) [N 79 (1979)] || pook [SGV (1914)]
III-2-1
|