| 18011 |
bewusteloos |
bewusteloos:
bewusteloos (L271p Venlo),
van de wereld:
van de waereld zien (L271p Venlo)
|
het bewustzijn verliezen [DC 60 (1985)] || Wilt u het volgende zinnetje aanvullen: hij kreeg zon harde klap, hij viel ... neer. (buiten bewustzijn) [DC 60 (1985)]
III-1-2
|
| 18839 |
bezadigd |
bedaard:
bedaard (L271p Venlo),
bedáárt (L271p Venlo),
doodgemoedereerd:
dŏĕtgəmoodəreert (L271p Venlo),
gemoedereerd:
gemoedereerd (L271p Venlo),
gewoon:
gewoën (L271p Venlo)
|
zeer kalm [bezadigd, bedaard, gemoedereerd] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 19613 |
bezem |
bezem:
beͅsəm (L271p Venlo),
bɛsəm (L271p Venlo),
Verklw. bessempke
bessem (L271p Venlo),
zie tekening: 2 (midden)
bessem (L271p Venlo)
|
bezem [RND], [SGV (1914)] || bezem (soorten) [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
| 19729 |
bezemsteel |
steel:
stēl (L271p Venlo)
|
bezemsteel [RND]
III-2-1
|
| 19302 |
bezig |
al doende:
al doonde (L271p Venlo),
bezig:
beezich doondə (L271p Venlo)
|
werkzaam aan of met iets bezig zijn [bezig, onledig, ollig, doende, gesteld [zijn aan]] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 19303 |
bezig zijn |
bezig zijn:
bezig zien (L271p Venlo),
doende zijn:
doonde zien (L271p Venlo)
|
werkzaam aan of met iets bezig zijn [bezig, onledig, ollig, doende, gesteld [zijn aan]] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 21299 |
bezoek |
bezoek:
bezeuk (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo),
bəzeuk (L271p Venlo),
visite (fr.):
viziete (L271p Venlo),
vĭĕsĭĕtə (L271p Venlo),
volk:
vóllék (L271p Venlo)
|
bezoek [SGV (1914)] || de personen die op bezoek komen [bezoek, visite, volk] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
| 21509 |
bezoeken |
bezoeken:
bezeuke (L271p Venlo),
kranke bezeuke (L271p Venlo),
zeekə bəzeukə (L271p Venlo)
|
een zieke bezoeken [randen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
| 18827 |
bezorgd |
ongerust:
ongerös zien (L271p Venlo),
zich bezorgd maken:
zich bezörg make (L271p Venlo),
zich zorgen maken:
zich zörg make euver (L271p Venlo),
zorgen hebben:
zörg höbbə (L271p Venlo)
|
ongerust zijn, vol kommer en zorg zijn (d) [betusseld, betimperd, zorg hebben] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 25654 |
bezorgen |
rondbrengen:
rontbrengǝ (L271p Venlo)
|
Brood thuis bezorgen. Het woordtype "kremeren" duidt op het feit dat het brood niet door de rondbrenger gebakken is maar dat het door een grote bakkerij of broodfabriek geleverd wordt. Een eventueel opgegeven object "brood" wordt niet gedocumenteerd. [N 29, 99a, N 29, 99b; N 29, 100 add.; monogr]
II-1
|