18221 |
pronken |
geuren:
geure (L271p Venlo),
opscheppen:
opschöppe (L271p Venlo),
pralen:
prààlə (L271p Venlo),
pronken:
prónkə (L271p Venlo),
prônke (L271p Venlo),
(o;bijna oo).
pronke (L271p Venlo)
|
in het oog lopend opgeschikt, in het openbaar zich voordoen, pralen [pronken, prijken, spiegelen, pralen] [N 86 (1981)] || prijken [SGV (1914)] || pronken [SGV (1914)]
III-1-3
|
18190 |
pronkveer op een hoed |
pluim:
B.v. hood met plume. (Zie ook afb. p. 217).
pluum (L271p Venlo),
veer:
B.v. Vaere op dn hood.
vaer (L271p Venlo)
|
pluim || veer
III-1-3
|
20506 |
proosten |
klinken:
klinke (L271p Venlo),
klinkə (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
proosten:
proestə (L271p Venlo),
prooste (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo),
proostə (L271p Venlo)
|
proosten; Hoe noemt U: De glazen tegen elkaar aanstoten als teken dat men elkaar veel goeds toewenst (knutsen, klinken, proosten) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
21698 |
prop |
prop:
prop (L271p Venlo),
próp (L271p Venlo)
|
een bal van samendrukbaar materiaal, bijv. papier [dompel, bol, prop] [N 91 (1982)]
III-3-1
|
28551 |
propolis |
kithars:
kethars (L271p Venlo)
|
Harsachtige stof waarmee de werkbijen alle openingen en naden van hun woning dichtkitten tegen tocht, kou en waterdamp. De propolis wordt ook gebruikt om te effenen en raten te versterken. De werksters halen deze stof uit bloemknoppen en harsdruppels van naaldbomen. Zelfs verf, teer of asfalt kunnen er de grondstof voor zijn. [N 63, 53a, N 63, 53b; Ge 37, 141; monogr.]
II-6
|
22310 |
proppenschieter |
kattenflierts:
katteflierts (L271p Venlo),
katteflĭĕrts (L271p Venlo),
propjesschieter:
pröpkesscheeter (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
Ik ken het instrument niet, maar de naam pröpkesscheter heb ik wel eens gehoord.
pröpkescheter (L271p Venlo),
proppenschieter:
proppescheeter (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo),
proppescheter (L271p Venlo),
pròppescheejter (L271p Venlo),
pròppescheeter (L271p Venlo)
|
Klakkebus (speelgoed gemaakt van vlierehout om proppen mee weg te schieten) [knaptoet, kraaktuut, proppesjeeter, klambös]. [N 06 (1960)] || propjesschieter [SND (2006)]
III-3-2
|
20456 |
prostituée |
fluit:
fluit (L271p Venlo),
hoer:
hoor (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo),
hoertje:
hoertje (L271p Venlo)
|
hoer || prostituée, publieke vrouw [hoer, lichtvink, deerne, blaar] [N 86 (1981)] || vrouw van lichte zeden
III-2-2
|
19676 |
provisiekast, etenskast |
provisiekast:
provisikas (L271p Venlo),
schap:
de dubbele aa van (schaap) is lang.
schaap (L271p Venlo)
|
schaprade [SGV (1914)] || voorraad- of provisiekast [N 05A (1964)]
III-2-1
|
18403 |
pruik |
pruik:
pruuk (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo),
prūūk (L271p Venlo)
|
kunstmatig vervaardigde haarbedekking, valse haardos [kalot, pruik] [N 86 (1981)] || pruik
III-1-3
|
18985 |
pruilmond |
pruilmond:
prūūlmónt (L271p Venlo),
pruilmondje:
ein proelmundje (L271p Venlo)
|
een mond die men trekt als men pruilt [zie vr.199] [pruilmond, troesmond] [N 85 (1981)]
III-1-4
|