31205 |
rawlplugbeitel |
boorbeitel:
bǭrbęjtǝl (L271p Venlo),
muurbeitel:
mōrbęjtǝl (L271p Venlo),
plugbeitel:
pløx˱bęjtǝl (L271p Venlo)
|
Ronde beitel waarmee het gaatje voor een rawlplug wordt gemaakt. Zie ook afb. 4. De beitel wordt tijdens het slaan steeds een weinig gedraaid. Rawlplugs bestaan uit een stijf pennetje van hennep en jute en worden gebruikt bij het bevestigen van voorwerpen aan muren die uit een harde steensoort zijn opgetrokken. [N 64, 71; N 53, 43b]
II-11
|
18868 |
razen en tieren |
razen:
raoze (L271p Venlo),
raozə (L271p Venlo),
razend tekeergaan:
raozend tekier gaon (L271p Venlo),
sakkeren:
sakkere (L271p Venlo),
tekeergaan:
tekiërgaon (L271p Venlo),
təkīēr gaon (L271p Venlo),
tieren:
téérə (L271p Venlo)
|
luidruchtig uiting geven aan woede [razen, tieren, tekeergaan, tobben] [N 85 (1981)] || razen || razen van woede
III-1-4
|
19120 |
razend van woede |
barsten van nijd:
bärste van niëd (L271p Venlo),
colrig (<fr.):
kelèrig (L271p Venlo),
dol:
dól (L271p Venlo),
over zijn toeren:
euver zien toere (L271p Venlo),
razend:
raozend (L271p Venlo)
|
razend van woede, zeer woedend [dol, dul] [N 85 (1981)] || woedend
III-1-4
|
17902 |
recht vooruitstoten met de armen |
recht vooruitstoten:
mit de erm rech veuroèt stoëte (L271p Venlo),
stoten:
stoëte (L271p Venlo)
|
stoten: met de armen recht vooruit stoten [stuike] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
21356 |
rechtbank |
rechtbank:
rechnank (L271p Venlo),
tribunaal (<fr./lat.):
Van Dale: tribunaal (<Lat.), 1. gerecht; vooral een rechtbank voor bijzondere rechtspleging waaraan niet-juristen deelnemen, zoals in Nederl. in 1944-47 voor politieke delinquenten; -2. (gew.) rechtszitting; - bekeuring.
ribbenaal (L271p Venlo)
|
rechtbank [SGV (1914)]
III-3-1
|
17674 |
rechte, vormeloze benen |
latten:
latte (L271p Venlo),
lucifers:
lucifers (L271p Venlo),
paardspoten:
paerspuet (L271p Venlo),
palen:
paöl (L271p Venlo),
rechte benen:
rechte bein (L271p Venlo),
staken:
stake (L271p Venlo),
stelten:
stelte (L271p Venlo),
stiepen:
stiepe (L271p Venlo, ...
L271p Venlo)
|
benen: rechte, vormloze benen [mok-, motbeene] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
34093 |
rechterachterkwartier |
rechts achter:
rɛxs axtǝr (L271p Venlo)
|
Het kwartier van de uier rechts achter. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116d]
I-11
|
33764 |
rechterkant van het paard |
van de hand:
van dǝ hant (L271p Venlo)
|
Tegenovergestelde kant van de plaats waar de voerman gaat. [N 8, 9 en 10]
I-9
|
34092 |
rechtervoorkwartier |
rechts voor:
rɛxs vø̄r (L271p Venlo)
|
Het kwartier van de uier rechts voor. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116c]
I-11
|
24975 |
rechtop |
flink:
flink (L271p Venlo),
fors:
fors (L271p Venlo),
recht:
règ (L271p Venlo)
|
rechtopstaand, recht omhoog staand [fiks] [N 91 (1982)]
III-4-4
|